Dit grote aantal arctische voorwerpen gaf goed inzicht in de levenswijze van de Eskimo's. Het raakte na de veiling echter verspreid. Waarschijnlijk bleef één van de kajaks in Vlissingen. In een handschrift van Brasser uit 1754 wordt in de beschrijving van de ruime zaal op de eerste verdieping van het Vlissingse stadhuis geschreven: ,,Op deese saai hangt een straadt Davids schuijdt daar een gefigu- reerdt man in sit met twee roeijriemen verbeeldende te roejen aen hebbende een schaepe vagt".9) Nooter vermeldde deze Vlissingse kajak niet en de kajak hangt er ook niet meer, want in 1809 verbrandde het stadhuis. Opvallend is wel dat de beschrijving van Brasser precies op onze Zierikzeese kajak van toepassing zou kunnen zijn. Het is goed mogelijk dat meer van zulke kajaks met pop gemaakt zijn. Een argu ment voor de Vlissingse herkomst is dat de Zierikzeese kajak ook een combinatie laat zien van kajak, anorak en voorwerpen die niet uit hetzelfde gebied afkomstig zijn. Ze zouden pas bij de verkoop zo gecombineerd kunnen zijn. De Vlissingse kajak is waarschijnlijk niet in Zierikzee terecht gekomen, want lang vóór de brand van 1809 moet in de 18e eeuw de kajak al in het Zierikzeese stad huis aanwezig zijn geweest, zoals we bij Victor Hugo's beschrijving uit 1867 zul len zien. Van de tien oude kajaks in Nederland kwamen de meeste uit de omgeving Sukkeitoppen-Holsteinborg. Deze fjord met de berg „Suikerbrood" op de achter grond werd veelvuldig door de Nederlanders bezocht. De ouderdom van de kajaks wordt bewezen door de verbindingen gemaakt van baleinen en zeehondenhuid. De conclusie van Nooter was dat de kajaks naar Het inwendige van de kajak. Foto G. Nooter. 1964. 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 115