Kajak met Eskimo op zolder Stadhuis Zierikzee, ca. 1918. In zijn rechterhand houdt de Eskimo de harpoenin cle linkerpand rust de peddel Coll. C. P. Pols. mededeling van de 16e eeuwse kroniekschrijver bevestigt, mogen wij de stichting van Zierikzee in 849 als een verhaaltje voor bij het haardvuur behouden, maar er verder geen geloof aan hechten." Archivaris P. D. de Vos herhaalde de gegevens uit de oude kronieken, voegde er niets aan toe, ook geen onjuistheden. Dan komen na de Eerste Wereldoorlog de eerste toeristen op het eiland en begint eerst recht de verfraaiing van de historie en de geografie. In de romantische ver tellingen passen ook de steeds mooiere verhalen. P. H. Ritter Jr. sprak zelfs van Sentimentele Aardrijkskunde" en dat zegt al genoeg over zijn benadering.25) Wie het Volkskundig Leesboek voor de Lagere Scholen uit 1931 ter hand neemt, komt daarin een vertelling tegen die de naam Zierikzee verklaart.26) „Er was eens een keer, daar ver weg in Groenland, een Eskimo, Zeelik genaamd". Zeelik, omdat „wanneer hij zwemt, zó plat op het water ligt dat het net is of hij de zee likt In zijn smalle lange kano peddelt hij naar de andere kant van de Atlantische Oceaan, bouwt een hut en gaat op de haringvangst. Anderen komen bij zijn hut wonen. „Zeelik was een algemeen bemind man en toen hij stierf na veel jaren van haringvangen en haring eten, noemde men de nederzetting naar de Eskimo...Zeelikzee. Het duurde echter niet lang of Zeelikzee werd Zierikzee..." En „in het stadhuis hangt nog de lange, smalle Eskimokano, als een sprekende getui genis van de waarheid dezer vertelling."2r) Tien jaar later in 1941 wordt ook de Eskimo-pop erbij gehaald „een zeer leelijk man in een onooglijk bootje aan het prachtige houten balkgewelf" en „hij was de stichter van de stad".28) 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 120