Afb. 5. Zierikzee-Pieterseliestraat. Imporiaardewerk. Schaal 1:4.
Tekening R.M. van Heeringen/R.L. Mönchgesang.
Datering
Zonder al te diep in te gaan op de dateringsproblematiek leiden de volgende
overwegingen tot een datering omstreeks 1300. De meest gemakkelijk te dateren
ceramiekgroepen zijn die welke zijn geïmporteerd. Het gaat hier om het hoogver-
sierde aardewerk, het steengoed en het Andenne-aardewerk. Het hoogversierde
aardewerk werd als luxe drinkgerei aangevoerd vanuit Vlaanderen. Het kan wor
den gedateerd tussen 1250 en 1350.3) Onder de tweede groep, steengoed geïm
porteerd uit het Rijnland, treffen we nog niet uitsluitend het blanke geheel gesin
terde Siegburg-steengoed aan, maar vooral het zgn. proto-steengoed. Dit wijst op
een datering vóór het eerste kwart van de '14e eeuw.4) De laatste categorie die al
nauwelijks meer voorkomt in onze mestkuil, is het Andenne-aardewerk. Dit aar
dewerk verdwijnt nagenoeg in onze contereien in de tweede helft van de 13e
eeuw.
Ook de vormen van het blauwgrijze, lokaal' vervaardigde aardewerk wijst in de
richting van een datering omstreeks 1300. Gewezen kan worden op parallellen
voor de manchetranden van de kookpotjes van type 1/2, de gape van type 3 (met
dikke ribbel op de schouder) in vondsten in het Maasmonclgebied en verder in
noordelijke richting, zoals o.a. Leiden en Haarlem. Naar het zuiden toe zijn ze in
Kust-Vlaanderen niet goed gekend, wel zijn nog vergelijkingsstukken aan te wij
zen in bijvoorbeeld het Antwerpse.3) Hoewel in blauwgrijs uitgevoerd, lijkt de
grote teil met opgelegde kleibanden met vingerindrukken, te wijzen op een voort
zetting van een uit het zuiden afkomstige traditie/) Hetzelfde kan gesteld worden
voor het kannetje type 5. Buiten Zeeland en het Maasmondgebied zijn in
Nederland nauwelijks vergelijkingstukken bekend. In 's-LIertogenbosch komt het
type bijvoorbeeld niet voor. Ook in Kust-Vlaanderen is het type onbekend. We
treffen ze wel weer aan in Mechelen.7)
11