Dierenbotten De determinatie van de dierenbotten leidde tot de conclusie dat we te maken hebben met een relatief arm huishouden. De op soort gebrachte botten zijn ondergebracht in Tabel 2. Het grootste gedeelte van de schape- en runderbotten zijn stukgeslagen, hetgeen wijst op consumptie in de vorm van soep. De schapen werden op de leeftijd van ongeveer 2 jaar geslacht, de runderen rond 2 1/2 jaar of ouder. Het hoge percentage schaap is kenmerkend voor deze periode in Zeeland en geheel in overeenstemming met het beeld dat uit de historische bronnen naar voren komt. Varkensvlees stond slechts zelden op het menu. Alleen kip en gans wijzen erop dat bij tijd en wijle een iets duurdere maaltijd werd geserveerd. Uiteraard kunnen de, niet apart verzamelde, mosselschalen in dit verband ook niet onvermeld blijven. TABEL 2 Determinatie van de uit de mestkuil afkomstige dierenbotten. Determinatie Dr. G. F. IJzereef R.O.B Huisdieren aantal perc. min. aantal individuen rund 56 55 5 varken 5 5 1 schaap 41 40 10 Totaal 102 100% Niet te det. groot 10 Niet te det. klein 3 Gevogelte aantal min. aantal individuen kip 1 1 gans 8 2 Totaal 9 Leer Aangezien het leer uit de mestkuil en uit de ingraving met wulken op grond van de typologie van het leerwerk uit dezelfde periode dateert, worden de leerresten hier als een geheel besproken.81 Afgaande op de bovenleerfragmenten konden ongeveer tien schoenen worden geteld. Daaronder bevinden zich 3 typen (Afb. 6a, b en c). Deze zijn te vergelijken met respectievelijk de typen 3, 3a en 6b zoals die onder het materiaal uit 's-Hertogenbosch zijn herkend.91 Het zijn tevens de typologisch oudste exemplaren uit 's-Hertogenbosch en komen vanaf omstreeks 1275 ter plaatse voor. Via een telling van de zolen waren er minstens 17 schoe nen. De kleinste zool meet 20 cm en de grootste 27 cm. Eén der zolen heeft twee dwarse naden (Afb. 6d). Uit twee fragmenten blijkt dat men reeds gebruikte zolen heeft versneden voor hergebruik (Afb. 6e). Ook andere versneden fragmenten wijzen in de richting van afval uit een schoenmakerij. Betekenis van het onderzoek. Het is niet eenvoudig ons een idee te vormen van het type huis waarbij de mest kuil heeft behoord. De oudste nog bestaande bebouwing van Zierikzee gaat niet verder terug van het eerste kwart van de 15de eeuw.10) Onder het aardewerk uit de mestkuil bevinden zich zoals we hierboven hebben gezien fragmenten van ronde vuurklokken. Ook de kookpotten zonder pootjes wijzen op een primitief vuur zonder stenen kookplaat. Dit vormt een aanwijzing dat het vuur zich nog midden in de woning bevond en dat het rookkanaal nog niet van steen was gebouwd. Ook de schone vulling van de kuil, zonder baksteenpuin of mortel 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 15