nauwernood in veiligheid te brengen binnen de muren van Zierikzee. Gwijde van Namen wenste niet te wachten op overgave van Zierikzee en zette koers naar het noorden. Steden als Delft. Leiden en Gouda kapituleerden voor de Vlaamse overmacht. De Avesnes waren zo goed als verslagen. Slechts één troef restte hen: Witte van Haamstede, een bastaardzoon van Floris V. Hij werd over zee naar Zandvoort gestuurd en plantte daar op de hoogste duintop de vlag met de rode leeuw. Dit wapperende symbool deed de moed onder de bevolking herleven. Alle bezette steden werden op de hoogte gesteld van Witte's komst en in een gezamenlijke aktie versloegen ze de Vlamingen. Op 8 mei 1304 kon het leger van Willem zich bij dat van Witte in Dordrecht voegen. En nog was Gwijde van Namen niet klein te krijgen. Hij rukte weer op naar Zierikzee wraar Willem, Bonden van Ierseke als plaatsvervanger had aangesteld. Gwijde begon een systematisch beleg: in de haven werd een dam gelegd om de stad af te sluiten van de Gouwe. De haven zelf stortten de Vlamingen vol met koren. Rondom sloegen de belegeraars hun tenten op. Ten noorden en zuiden zetten ze blijden (grote katapulten) neer, waarmee ze grote stenen in de stad wierpen. Steeds als er een aanval begon luidde men in Zierikzee de klokken en snelden de burgers naar de wallen. Krijgslieden probeerden de aanval af te slaan, vrouwen droegen straatstenen aan en blusten branden. Het verzet was hevig! De zeeslag op de Gouwe De Franse koning kwam de poorters te hulp. Zijn admiraal Rainier Grimaldi en de onderbevelhebber Jehan Paiedroghe rustten een vloot uit en voeren daarmee naar Schiedam. Samen met het leger van Willem en Witte zetten ze eind juli 1304 koers naar Zierikzee. Door ongunstige wind en getijen kwamen ze pas op 9 augustus, via de Sonnemaer, op de Gouwe aan. Op de ochtend van de tiende nadert de imposante Frans-Hollandse vloot Zierikzee dan toch. Grimaldi schaart zijn schepen in slagorde, op een diepte van vier rijen: - de voorlijn bestaat uit 15 schepen, waaronder die van Paiedroghe en Willem, - de tweede en derde lijn bestaan uit 14 schepen, - de vierde lijn bestaat uit 11 galeien onder het bevel van Grimaldi. De vloot van Gwijde bestaat uit veel méér, maar ook veel kleinere schepen. Met hoog water geeft Grimaldi het sein tot de aanval De poorters kijken vanaf de stadswallen toe. Vier schepen uit de eerste lijn zeilen vooruit. Paiedroghe is er bij. Maar wat gebeurt er?! Ze lopen vast op een zandbank ten noorden van de haven monding. Razendsnel verandert Grimaldi de slagorde: de eerste drie rijen vormen nu een aaneengesloten lijn om zo te voorkomen dat alle schepen in kleine groep jes zullen vastlopen. De galeien schuiven naar de tweede lijn. Het zware geplons komt van de ankers die ze overboord gooien. Stoere kerels maken de schepen met kabels aan elkaar vast. Op de wal aan de overkant zijn de Vlamingen druk in de weer. De poorters moe ten nutteloos toezien hoe de vijand een met hars, stro en pek gevuld bootje in brand steekt en af laat drijven naar het vastgelopen schip van Paiedroghe. Dat kan niet goed gaan. Een wonder, de wind draait, de brander drijft terug en zet een paar Vlaamse schepen in lichterlaaie! 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 24