Graaf Willem 111 (uit: Chroniik van Zeelancll, Middelburg 1644, Stoke's verbondenheid met Zierikzee U bent aangeland bij de beschrijving van de strijd in de Rijmkroniek. Met het doorlichten van een aantal passages wil ik aantonen dat de schrijver Zierikzee goed kende. In 1896 al pleitte Dr. J. te Winkel ervoor dat de auteur van het eiland Schouwen afkomstig geweest zou kunnen zijn. Hij schreef hierover: 'Moest ik hem aan eenige bepaalde streek toekennen, dan zou het het eiland Schouwen zijn, want schoon over het algemeen zijne topographische kennis zeer bevredigend is, komt het mij voor, dat hij die streek toch meer in bijzonderheden kent. Geene plaats ook prijst hij meer dan Zierikzee. Hij spreekt van "Zirixe sijn (dit is des graven) lieve poort" en van "de goede lude van Sirixe", terwijl hij veel uitvoeriger dan over iets anders over het beleg en ontzet van Zierikzee in 1304 uitweidt.' Hieronder volgen enkele middelnederlandse fragmenten. Hier en daar zal ik wat woordverklaringen geven. Mocht u problemen ondervinden bij het lezen, pro beert u het dan eens hardop. Als eerste haal ik verzen aan waarin de slag op de Gouwre beschreven wordt. Grimaldi heeft het sein tot de aanval gegeven: boek IX, vs 868 Ende van Kaleys Paydroghe, De voren voer in haer oghe, die Met vier scepen tsamen bonden Bleef sittende ten zeiven stonden Up enen zande vor de port Dat leghet van der bavene nort. Doe wort daer een gheruchte groet: geschreeuw Men riep overal tehant terstond 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 26