Een geromantiseerde 19de eeuwse voorstelling van het beleg door de Vlamingen in 1304. Kopergravure doorj. W. Kaiser. (Coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. ZieiikzeeJ boek X, vs 325 Men dede gaen dat Vlaemsche diet Rote an rote binnen Sirixe, Ghelike dat men drivet vie. Men drefse in cloestren ende in kerken. Over de dappere inzet van de poorters: boek IX, vs 326 De vrouwen onder hem ghemene Droeghen ter mure al de stene, Di daer laghen op de straten: Si ne wouden den mannen niet laten Doen anders dan si hem weren. Gheviel brant, si wouden keren. boek IX, vs 372 De mochte ontgaen Onghequetst, dat was wonder. Daer vloecb so menich scerp pijl onder Van sterken hoestallen ende bogben Weet, datte qua reel vloghen volk bij troepen zoals/vee de vrou wen zich de vrouwen katapulten pijlen 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 29