Zeeland, is door Muys gewetensvol gecollationeerd. Hij verbeterde ,,s'graven" en „s'heeren" uit ,,des graven" en ,,des heere"15' en veranderde „Diederics" terug in de afkorting die er oorspronkelijk heeft gestaan (of in ,,Dircs"). Na de datum voegde hij de zin toe: ,,Ende was onderteijteijckent .A. Stoke". Het geheel besloot hij met de passage dat hij de tekst naar het origineel had gecollationeerd. Dat origineel, van perkament, was uithangend bezegeld met een zegel van groene was. Volgens de tekst van de oorkonde, die hierna als bijlage volgt, beloofde Willem, oudste zoon van de graaf, de poorters van Schiedam schadeloos te houden tegen over Dirk van Wassenaar, omdat zij binnen hun stadsgrachten percelen land had den getrokken van het ambacht (rechtsgebied) van Dirk. Dat ambacht was Kethel, welke heerlijkheid en latere gemeente zich tot aan zijn opheffing in 1941 ten noordwesten van Schiedam heeft uitgestrekt tot op een halve kilometer van de stadsgrachten.16' Willem deed zijn belofte op 2 juni, toen de oorlog om Zeeland nissen Holland en Vlaanderen in alle hevigheid gevoerd werd. De stad Schiedam beschermde, met Vlaardingen, de zuidgrens van het vasteland van Holland (Rotterdam was nog geen stad). Voor haar verdediging zal zij in 1304 grachten en wallen hebben aangelegd, die zich gedeeltelijk op het grondgebied van Kethel uitstrekten. Teneinde voor de gevolgen van deze daad niet aansprakelijk gesteld te worden, verlangde de stad van Willem een garantstelling. Zij deed dat op een tijdstip dat hij in de buurt was, misschien binnen Schiedam zelf maar in ieder geval op het Hollandse vasteland. Onze voornaamste bron voor het itinerarium, de reisroute en verblijfplaatsen, van Willem van Henegouwen in de zomer van 1304 is de Rijmkroniek. Daarnaast zijn er teksten van enkele oorkonden op naam van Willem, oudste zoon, bewaard gebleven, die aanvullende informatie verschaffen. Tezamen leveren zij de volgen de informatie: 6 mei een oorkonde van Willem bestemd voor Zierikzee, ongetwij feld opgesteld in die stad1T'; de volgende dag, Hemelvaartsdag1S), ontsnapping van Willem uit het door de Vlamingen belegerde Zierikzee in een klein schip, dus met een klein gevolg, naar Dordrecht19); 18 mei een oorkonde, uitgevaardigd te Den Haag, bestemd voor de abdij Rijnsburg 22 mei een oorkonde, uitgevaardigd op het grafelijke slot Albrechtsberg onder Bloemendaal, bestemd voor Amsterdam2" (Willems verblijf in Kennemerland zal te maken hebben met de opdracht van zijn bondgenoot Grimaldi om heervaart te gebieden22)); 2 juni een oorkonde zonder plaats van uitvaardiging, bestemd voor Schiedam; Willem verzamelt zijn troepen in Schiedam, wacht daar meer dan drie weken op de komst van Grimaldi en ver trekt op 25 of 26 juli231 vanuit deze stad voor de slag op de Gouwe.-' In de avond van 11 augustus trekt Willem Zierikzee binnen.28' 6.000 gewapende Vlamingen2W, verscholen in de duinen van Schouwen bij Palevoetsheide Taleboutseinde27)), worden in de stad gebracht, ontwapend, bij naam genoteerd en daarna vrijgelaten.28' In een oorkonde van 15 augustus, zonder plaats van uit vaardiging, schenkt Willem de Vlamingen die voor Zierikzee lagen en zich in het westeinde van Schouwen in ,,Niewer havene" (Westenschouwen) aan hem over gaven, het leven.29' Hij zal hun harnas verkopen om daarvan hun levensonder houd te betalen. In een tweede oorkonde van deze datum, eveneens zonder actum (plaats van uitvaardiging), geeft Willem de poorters van Zierikzee wegens bewezen trouw het recht van de korenmaat van het koren, dat uit Schouwen in 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 35