de stad te koop wordt aangeboden.301 Beide oorkonden zijn ongetwijfeld in Zierikzee opgesteld en uitgevaardigd. Op 2 juni 1304 was Willem van Henegouwen dus op het vasteland van Holland, en wel zeer waarschijnlijk in Schiedam. In zijn gevolg bevond zich de grafelijke klerk A. Stoke, die een op naam van Willem uitgevaardigde oorkonde onderte kende. Onbekend is of hij de oorkonde ook zelf heeft geïnundeerd. Daar uit de Rijmkroniek genoegzaam blijkt dat Zierikzee zodanig door de Vlamingen was afgesloten dat niemand de stad meer in of uit kon, moeten wij aannemen dat Stoke in mei, juni en juli buiten de muren van de stad heeft verbleven. Hij heeft dus in ieder geval de gegevens over het laatste beleg van Zierikzee van horen zeggen. Ook op de vloot was hij niet aanwezig 31'; een klerk, vermoedelijk een geestelijke zoals in die tijd gebruikelijk, had daar weinig te zoeken. Hiermee komen de uitlatingen van Stoke dat hij zijn gegevens heeft van horen zeggen321, in een geheel ander licht te staan.331 Conclusie De vondst van een tweede oorkonde, ondertekend door Melis Stoke, bewijst dat hij in ieder geval tijdens het laatste beleg van Zierikzee door de Vlamingen, van 7 mei tot 11 augustus 1304, niet binnen deze stad heeft verbleven. Aan het feit dat hij op 29 november 1305 in Zierikzee een grafelijke oorkonde ondertekende, mag niet de conclusie worden verbonden dat hij een bijzondere band met deze stad had. Stoke heeft immers ook een oorkonde voor Schiedam ondertekend. Het laat ste deel van de Rijmkroniek is na 23 mei 1305 geschreven, zeer waarschijnlijk niet al te lang daarna, door iemand die niet bij de krijgshandelingen van 1303 en 1304 betrokken is geweest. Veel gebeurtenissen heeft hij van horen zeggen.3'11 Als hij in 1305 of 1306 met schrijven is begonnen, leefden er nog veel ooggetuigen die hem informatie konden verschaffen. Die ooggetuigen waren er met name in en rond Zierikzee. Bij hen kan de klerk Stoke, als deze vereenzelvigd mag worden met de dichter, bij zijn oponthouden in de stad in het gevolg van graaf Willem III zijn oor te luisteren hebben gelegd.351 Ook kan hij zich al direct na de sensationale afloop van de slag op de Gouwe vanuit Holland bij zijn vorst hebben gevoegd en heet van de naald, op de plaatsen waar zich de gebeurtenissen hadden afgespeeld, de (sterke) verhalen hebben aangehoord. Bijlage 2 juni 1304. - Willem, oudste zoon van de graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, belooft de poorters van Schiedam schadeloos te houden omdat zij gedeelten van het ambacht van Dirk van Wassenaar binnen hun grachten hebben getrokken. Wy Willem, oudste 361 sone s'graven 371 van Hennegouwen, van Hollant, van Zeelandt ende s'heeren381 van Vrieselandt, maken cond allen luijden dat wij gelooven onsen lieven ende getrouwen poirters van Schiedam scadelois te hou den van dat sy begrepen hebben binnen hoire graft in Diederics391 ambochte van Wassenare ende in zijnen lande jegen Diedericke voors., beyde van ambochte ende van lande. In oorconde desen brieve bezegelt mit onsen zegel. Gegeven int jaer Ons Heeren duijsent driehondert ende vijere des dincxdaechs vore sinte 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 36