1740 Rutschert de Jonge verpacht aan Jacob Janse Locker 1809 t/m 1840 Tonis Franse v.d. Bout 1870 Johanna van Putte, weduwe van Tonis Franse v.d. Bout 1890 Jacob v.d. Bout, Thzn. Toontje v.d. Bout, weduwe van Jacob de Vlieger Jan Johannes de Vrieze 1931 Elizabeth Krina Boot, weduwe van Jan Johannes de Vrieze 1946 Willem Jacobus de Vrieze 1981 Pieter Cornelis de Vrieze Perceels kaarten Uit verschillende jaren tussen 1792 en 1873 is een groot aantal kaarten van door landmeters opgemeten landerijen bewaard gebleven. De kaart waarop de gebou wen met de omliggende percelen staan afgebeeld is de meest interessante. Door wie ze is getekend is niet bekend. Opvallend is het grote aantal bomen. Bethlehem, als boerderij, door C. Pronk (ong. 1750). De schuur met hel kippelrapje kan de kapel geweest zijn. In het westen ligt nog een deel van de oude gracht. De gebouwen vertonen vrij veel gelijkenis met die op de plaat uit omstreeks 1750. Volgens gegevens van de voorlaatste bewoner, de heer W. J. de Vrieze, was de muur rond het klooster 1 meter breed, terwijl, behalve veel fundamenten, ook in de grond van het voorma lige kerkhof veel resten zijn gevonden. Omstreeks 1900 waren op de Kloosterhoeve nog 100 „beesten" (paarden, koeien e.d.). Het klooster was gebouwd op een hoge plaats. Commissarissen van Keizer Karei V, die na de stormvloed van 5 en 6 november 1530 het eiland bezochten, ver klaarden dat men „aen den ouden dijck bij tcloestere toe Belhem tlandt boven 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 48