Gerestaureerde Abdijschuur. Steendruk van H. J. Backer. 1830. water sach". Volgens de heer W. J. de Vrieze, die de boerderij bewoonde tijdens de watersnood van 1953, heeft, tijdens de inundatie van de polder Schouwen tot de sluiting van het Schelphoekgat op 27 augustus 1953, alleen bij twee zeer hoge vloeden 50 cm water in het huis gestaan. Hoewel de restanten van de kloostergebouwen eeuwenlang dienst hebben gedaan als boerderij waren ze tenslotte niet meer geschikt voor een modern land bouwbedrijf. Slechts de plaats en de naam herinneren nog aan het klooster Bethlehem. Literatuur en bronnen B. M. de Jonge van Ellemeet. Geschiedkundig onderzoek naar de rechtstoestand der Nederlandsche geestelijke goederen van '1572 tot het begin der 17e eeuw, Zierikzee, 1906. J. G. Kruisheer. De oorkonden en de kanselarij van de Graven van Holland lot 1299's-Gravenhage - Haarlem, 1971. A. v. Lommel Pr. Bene abdiskeuze te Bethlehem bij Eikeizee in Zeeland Ao. 1564, Dielsche Warande [X, 1871. J. Opdedrinck. Het oude Begijnhof van Domme en Cisterciënzer Vrouwenabdij van Bethlehem uit Schouwen. Brugse analen LXIV, 1914. R. C. H. Römer. Geschiedkundig overzicht van de kloosters en abdijen in de voormalige Graafschappen van Holland en Zeeland, Leiden, 1854. (N. v.d. Schatte). Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, deel Zeeland, 1753- J. ab Utrecht Dresselhuis. Tiet Klooster Bethlehem in Schouwen. Zeeuwsche Volksalmanak, 1840. Streekarch ivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland, Archief Waterschap Schouwen, Veldböéken 1676 t/m 1837, Kadastrale polderleggers 1840 t/m 1931. P. D. de Vos, Klooster Bethlehem, in: Nieuws- en Advertentieblad, voor Zierikzee en Omstreken, 1 en 8 augustus 1914. 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 50