latere generaties, als ze stegen op de maatschappelijke ladder, door een voorwerp
of dier werd vervangen.
In een aantal gevallen zien we later in de bovenhelft, of in de heraldieke rechter
helft, toch nog een handmerk, soms vergezeld van de initialen van de zegelaar. In
Zeeuwse, dus ook in wapens van Zierikzeese geslachten, zijn zwaarden en ges
pen veel voorkomende figuren. De betekenis hiervan is nog steeds raadselachtig.
Omdat de meeste wapens van Zierikzeese vroedschappen ter plaatse ontstonden,
had dit tot gevolg dat veel wapenfiguren herinneren aan locale toestanden. Het is
dan ook vanzelfsprekend dat in dit eilandengebied water symbolisch wordt weer
gegeven en wel door één of meer golvende dwarsbalken. Maar ook ankers, schel
pen, waadvogels en vissen, dus verband houdend met water, treft men aan in ver
scheidene geslachtswapens.
Pieter van Axel,
1702.
mr. Marinus Imansz,,
1768.
Vooral ankers duiden op de scheepvaart, maar ook sterren, 's nachts richting
bepalend bij de zeescheepvaart, komen in veel wapens voor.
a. één golvende dwarsbalk
Een aantal wapens vertoont één golvende dwarsbalk, in de meeste gevallen ver
gezeld van typisch Zeeuwse attributen. Hier volgen een aantal voorbeelden:
Jan Danckaerts Mannee, 1546: doorsneden, a. een golvende dwarsbalk, b. effen;
hartschilcl: een St. Andrieskruis.
Thomas Leendertse Rinck, 1569: een golvende dwarsbalk, boven vergezeld van
twee zespuntige sterren en beneden van een zegelring.
Jan Wouter Pietersz, 1578: een golvende dwarsbalk, boven vergezeld van twee en
beneden van één spinnewielklos.
Adriaen van der Meerssel6l6: een golvende dwarsbalk, in het schildhoofd de
letter K.
Jacob Simonse Hollenboom, 1623: een golvende dwarsbalk, boven vergezeld van
twee en beneden van één St. Jacobsschelp.
Mr. Albertus Dillinck, '1702: een gouden golvende dwarsbalk, beladen met een
zespuntige ster en vergezeld van drie ringen (2 en 1).
Het geslacht De Jonge zegelde in goud een blauwe golvende dwarsbalk.
Gebruikt men in een wapen drie maal dezelfde figuur, dan plaatst men er meestal
twee boven en één beneden, waardoor een goede vlakverdeling ontstaat.
56
