wijten overlaadt. De eerste soldaat verwijst met zijn rechterhand naar zijn wapen broeder die tegenover Requesens een verontschuldigend handgebaar maakt (De Peralta??). In zijn linker houdt hij de lans met bovenin een zakje waarin hij buskruit en victu aliën kon droog houden. Aangeduid met de letter E precies in het midden onder de Spaanse vlag Juan Osorio de Ulloa, rijk uitgedost met hoed, droogvoets zonder druipende kleren, zonder helm en kuras. Daar de historici schrijven dat juist Osorio de passage na een geslaagde proeftocht doorzette en de voorhoede aan voerde, moeten wij aannemen dat de graveur speciaal de persoon van Osorio wilde eren en naast Requesens centraal op de voorgrond plaatste in strijd met de realiteit. Heet deze Osorio Durfal naar Spaans osar en frans oser duiven? In de Franse gravure met in de cartouche „Admirable Passage" heet hij echter Ossorio met dubbel s, maar in een latere gravure met „Fameuse passage" is hij zijn fraaie hoed kwijt en in die met een Latijnse en Nederlandse tekst is hij zelfs absent. Niet het verdrinken van eigen troepen, maar het vergeefse gevecht der Zeeuwen wordt vermeld. Zelfs ,,Den vijandt (N.B.) uijt versande schepen bevecht den heyr- toght". Rechts ziet men drie Geuzenschepen waarvan één de Zeeuwse vlag voert. Den Heyr-Toghl naer Duyve-landt onder Don Luys de Requesens. (Collectie Streekarchivariaal Schouwen-Duiveland en Sint-Philipsland.) 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 67