poging tot ontzet mislukte jammerlijk. Het wandtapijt geeft de illusie van een triomf, vooral het in de bovenrand geweven opschrift in het Latijn: (het versaccent is aangegeven door Claüserat Hlspanüs portumque urbémque Zirïngi Navibus ét palis, arcibus atque viris. Pér medias navés, palós arcésque virósque Zélandüs rumpéns süstulit inde duas.*) Afgesloten had de Spanjaard stad en ree van Zierikzee met schepen, palen, schansen, mannen. Dwars door die schepen, palen, schansen, mannen breekt de Zeeuw en kaapt er twee. De vergoelijkende vertaling van „rumpens" door „pogend heen te breken" en de omissie van „medias" door Van Daalen'O zijn onjuist. In het Latijnse gedicht is de herhaling (woordarmoede) opvallend en ook de ontlening aan Ovidius, Metamorphoses IV, 663, waar Aeolus de winden in hun grot had opgesloten, zoals de Spanjaard de belegerden in hun veste. In zijn ets corrigeert Ch. Onghema zowel het foute jaartal van de gobelin als het anachronisme van de brandende zoutketen (die al in oktober 1575 waren ver brand) en hij geeft als onderschrift een minder hoogdravende en propagandisti sche tekst. Omdat de tweede stemhebbende stad in de Staten toch ook zoals de andere ste den een eigen wandtapijt behoefde waarop een overwinning moest prijken, wer den de feiten verdraaid en werd de Zierikzeese trots tenslotte gestreeld op het laatste in 1603 klaargekomen weefsel, artistiek buitengewoon fraai en topografisch treffend juist.15) Noten 1. J. Brouwer, Kronieken van Spaansche soldalen uit het begin van de Tachtigjarige oorlogZutphen, 1933. 2. P. Bor, Nederlantsche Oorloghen. Leiden, 1621. F. Strada, De bello Belgico, Roma, 1632. F. Strada, De Thien Éerste Boecken der Nederlandsche oorlogen, Amsterdam, 1646. 3. ,Jae daer is een licht gesien, dat als eene kroone op den Gouverneur nederdaalde", schrijft Famianus Strada op p. 555. 4. W. S. Unger, Catalogus hislorisch-topografische atlas van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen, III, Middelburg, 1950, nr. 57. 5. E. W. Petrejus, Oude zeilschepen en hun modellen, Bussum. 1978 p. 16. 6. P. C. Hooft, Nederlandsche Historiën, Amsterdam, 1642, p. 427 e.v. 7. Mendoza bij J. Brouwer, a.w., p. 238. 8. De storm die in 1588 de Armada trof: Deus flavit el dissipati sunt God blies en ze werden verstrooid (als kaf op een zeef). 9. M. H. Wilderom, Tussen Afsluildammen en Deltadijken, II, Noord-Zeeland. Vlissingen. 1964, figuur 65, 66, p. 144. 10. Wilderom, a.w., p. 215. 11. Prent in collectie R. de Jongh te Zierikzee. Deze afbeelding is onbekend bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, het Rijksprentenkabinet te Amsterdam, de Atlas van Stolk te Rotterdam Universiteitsbibliotheek te Leiden, Stadsarchief Antwerpen, Stadsarchief Gent en Archives Générales du Royaume te Brussel. 12. P. Bor Christiaensen, Oorsprong der Nederlandse oorloge, Amsterdam, 1679, p. 650. 13- J. Pot, Hel beleg van Zierikzee, Leiden, 1925 (dissertatie), p. 49. 14. P. K. van Daalen, Zeeuwse wandtapijten, z.pl., 1984, p. 16. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 73