Even leek het erop dat Sirjansland een eigen predikant zou krijgen. Ds. Remeeus de Monier in Bruinisse was een man op leeftijd wiens ogen hard achteruit waren gegaan. Het preken viel hem dan ook moeilijk. Hij verklaarde zich bereid om Sirjansland te gaan dienen mits zijn zoon Jonas in zijn plaats in Bruinisse werd beroepen. Van het plan kwam niets. De Bruinisser predikant overleed in 1605"). Maakte Sirjansland weinig kans op een eigen predikant, ten aanzien van een schoolmeester lag de zaak anders. De kerk hechtte grote waarde aan goed onder wijs waarin mime aandacht werd besteed aan de Bijbel en de geloofsleer. De Classis beijverde zich om ook in kleinere dorpen schoolmeesters te krijgen. Bovendien fungeerden de schoolmeesters als voorzanger en voorlezer in de kerk. Aanvankelijk vervulde de schoolmeester uit Nieuwerkerk die taak in Sirjansland. De salarissen werden betaald, evenals die van de predikanten, uit de kassen van het zogenaamde Kantoor van de Geestelijke goederen. Dit had een eigen rent meester en trok inkomsten uit onder meer de in beslag genomen goederen van de voormalige Rooms-Katholieke instellingen. Vermoedelijk eind 1607 of begin 1608 deed Pieter uut den Broucke zijn intrede als schoolmeester in Sirjansland. Hoewel de Staten van Zeeland positief hadden gereageerd op de aanvraag van een eigen schoolmeester kostte het veel moeite om zijn wedde uitbetaald te krijgen. Meester Pieter was spoedig uit Sirjansland verdwenen en zijn opvolger werd in 1609 Hendrick Janssen Cleermaker, die met succes examen aflegde bij de Classis. Voor meester Hendrick was het niet moge lijk om rond te komen van het salaris. Vermoedelijk waren zijn inkomsten uit de Sirjansland, eind. 7 7e eeuw. Gravure uit de Cronijk van Zeeland door Smallegange. (Coll. Slreekarchivariaat Scbouwen-Duiveland en Sint Philipland) door de ouders betaalde schoolgelden minimaal. Hij leed armoede en moest zijn noocl klagen bij de Classis in 1611. Deze deden niet alleen hun best bij Gecommitteerde Raden (het uitvoerend bestuur van de Staten), maar lenigden de nood van meester Hendrick uit hun eigen kas. De schoolmeester kreeg ook een toelage uit de kas van het plaatselijk bestuur van Sirjansland. Maar deze werd in l6l3 ingetrokken. Hendrick Janssen Cleermaker zag zich om die reden genood- 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 76