we ook bij de verpachting van het gras van het kerkhof. Vanaf 1660 werd bepaald dat alle vuiligheid bij de kerkdeur op zaterdagavond weggeruimd moest worden zodat de kerkgangers met schone schoenen het kerkgebouw binnen konden stap pen1"'). Ds. Boeije vertrok in 1674 naar de Gereformeerde gemeente in Zierikzee1"). De opvolger in Sirjansland werd de proponent Joannes van der Vorm. Hij werd op 2 oktober 1674 bevestigd door zijn voorganger, ds. Boeije. Ds. Van der Vorm was een eigenzinnig man, die niet snel van wijken wilde weten. Zo weigerde hij in 1676 de twee afgevaardigden van de ambachtsheer van Sirjansland- toe te laten bij de verkiezing van ouderlingen en diakenen. De twee afgevaardigden, baljuw Leendert van der Prep en secretaris Johan van Velthoven, beiden uit Oosterland, protesteerden tegen de handelingen van de predikant. Deze was niet onder de indruk en schamperde: ,,Ick lagh daermede en sal even wel met de verkiesinge voortgaen". De dominee stelde zich op het standpunt dat hij als predikant was aangesteld door de Classis en niet door de ambachtsheer. Hij vroeg hen te vertrekken. De twee verklaarden deel uit te maken van het college, dat de ambtsdragers moest kiezen. Maar de dominee wilde niet luisteren en zei de verkiezing in de school te zullen houden als de twee niet weggingen. De bal juw, behoorlijk boos, dreigde de predikant „bij de kop te vatten". De dominee daagde hem uit en stootte de knopen van de jas van de baljuw aan en tartte: „Comt, vat mij bij de kop Maar daar deinsde de baljuw voor terug. Na heel wat heen en weer gepraat dropen de twee afgevaardigden tenslotte aPy). In 1679 vertrok ds. Van der Vorm naar Nieuwe Tonge20). Als zijn opvolger werd beroepen de proponent Theodorus Sael. Hij kwam echter niet naar Sirjansland, maar nam een beroep aan naar Oosterland. Daarop beriep het Collegium Qualificatum op 3 december '1679 ds. Johannes van den Heuvel, predikant in St. Kruis (Zeeuwsch-Vlaanderen). Hij werd op 7 april 1680 bevestigd door ds. Boeije „om de kudde Gods als een getrouw herder en dienaar Jezu Christi te weyden tot welckers werk den genadenrijcken God Sijn vollen zegen gelieve te verleenen opdat de sielen der schapen Jesu Christi hem mogten gewonnen worden tot ver- breydinge van Sijn eer en Koninckrijck en troost en saligheyt onser aller sielen in Christojesu. Amen"21). Opnieuw herderloos In 1682 voltrok zich een watersnoodramp, die grote schade met zich meebracht. Een groot van deel van Schouwen-Duiveland liep onder. Ook Sirjansland trof dit lot. Grote financiële offers waren nodig 0111 de schade te herstellen. Bovendien was de economische situatie slecht. De Staten van Zeeland besloten dat ook op kerkelijk terrein bezuinigd moest worden. Talrijke predikantsplaatsen en andere funkties werden verminderd of opgeheven. Voor Schouwen-Duiveland betekende het dat het aantal predikanten in Zierikzee van vijf naar vier werd teruggebracht. De predikantsplaats, de voorzangers- en de kostersfunktie van de Waalse gemeente in Zierikzee, waar in het Frans werd gepreekt, zouden bij overlijden of vertrek niet meer vervuld worden. Haamstede en Burgh zouden bij vertrek of overlijden van één van de predikanten weer gecombineerd worden. En tenslotte Sirjansland. Bij een vacature zou de predi kantsplaats niet meer vervuld worden22). Een somber vooruitzicht voor Sirjansland. In 1683 werd ds. Van den Heuvel 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 80