lóOl transporteerde Cornells Corneliszoon aan Cornells Ooitszoon en Querijn Rochuszoon Weuyte als jegenswoordige Heylich Geestmeesters deser stede tot desselfs Godshuys behouve een huys, arve ende zijnen gevolg staende in de Wevershuock... binnen dese lantgemerken oost aff 't voorschreven godshuys, zuyt aff... en noort de groote welle ende't voorgeschreven weeshuys". Fragment uit cle kaart van Zierikzee door Blaeu uit bet midden van de 17e eeuw. Het weesbuis staat aan de zuidzijde van bet Kerkhof op de rechterhoek van de Wevershoek. (Coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland) Ook in juridisch opzicht blijkt het weeshuis een voortzetting te zijn van de Heilige Geest. Verschillende inkomsten die voor lóOO aan het Heilige Geesthuis toe vielen blijken in 1629 en later aan het weeshuis uitbetaald te worden. Zo betaalden de thesaurieren, de penningmeesters, van Zierikzee een achttal erfelijke renten aan het weeshuis. In het renteregister van 1623 wordt vermeld dat ze ontvangen wer den door de Heilige Geestmeesters. Een aantal van deze renten werd ook in 1530 al ontvangen door de Heilige Geest. Niet alleen bij de inkomsten is er sprake van continuïteit, maar ook bij de verplichtingen, die uit deze inkomsten voortvloeiden. In 1554 vermaakte Willem Simons Maartense bij testament een rentebrief. Hierin werd bepaald dat jaarlijks aan de Heilige Geest, het Gasthuis en het Leprooshuis een bedrag moest worden uitgekeerd. Dit op voorwaarde, dat als er van zijn nakomelingen „quame tot merkelicke armoede, dat indien gevalle de heylige geestmeesters in der tijdt wesende" gehouden zijn deze nakomelingen tien stui- 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1990 | | pagina 86