Over het algemeen dachten de bestuurders van weeshuizen erg verschillend over
doorstuderen. Misschien was in een kleine stad als Zierikzee het standsbesef zo
sterk, dat de regenten er negatief tegenover stonden.
De meisjes hielden zich bezig met naaien in het weeshuis. Daarnaast waren er
,,de meysjes welke gewoon sijn in de borgerhuysen te gaen naeyen, schueren,
met de kinders spelen of tot andere dingen sig laten gebruyken...". Waarschijnlijk
kwam laatstgenoemde groep nauwelijks voor.
In de ordonnanties van 1647 en 1726 werden ook een aantal regels genoemd,
waaraan de wezen zich moesten houden, 's Middags en 's avonds moesten de
kinderen op tijd voor het eten binnen zijn. Was dat niet het geval dan vonden ze
de hond in de pot. Het eten diende met orde te gebeuren. De kinderen kregen
kwalitatief goed voedsel, maar moesten wel matigheid betrachten. Zo was het
verboden tijdens de broodmaaltijd vers osse- of schapevlees te gebmiken. Het
hoofdvoedsel in het weeshuis was tarwe. Opvallend, omdat dit in die tijd het
voedsel voor de gegoede burgerij was. Alleen als tarwe duur was, werd zij ver
vangen door rogge. Naast tarwe at men diverse soorten bonen en erwten. Rond
1765 vond de introductie van de aardappel in het weeshuis plaats. Tijdens de
warme maaltijd nuttigden de kinderen vlees. Daarvoor werden jaarlijks voor het
weeshuis één of twee koeien en één of meer varkens geslacht. De gewone drank
in het weeshuis was bier, terwijl bij de speciale maaltijden wijn werd gedronken.
In 1726 werd naast de vernieuwde ordonnantie een speciaal reglement opgesteld,
waaraan de weeskinderen zich hadden te houden. Op overtreding stonden stren
ge straffen. Zo moesten bevelen van de buitenregenten en de binnenvader en -
moeder opgevolgd worden ,,op poene van agt dagen te water en te broode in het
dolhuys te sitten". Dezelfde straf kregen de jongens als ze zich te joviaal met de
meisjes ophielden. Overigens kon deze bepaling niet voorkomen, dat er op 5
april 1790 een huwelijk plaats vond tussen Lieven Franse Hose en Roka Koole.
Weliswaar was zij toen al 4 jaar uit het huis ontslagen, maar het is toch niet
onaannemelijk dat beiden elkaar daar hebben leren kennen. Na het werk buitens
huis moesten de jongens en de meisjes uiterlijk om 19-00 uur binnen zijn.
Buitenshuis overnachten was verboden, evenals het bezoeken van familie of
vrienden zonder toestemming. Wie deze regels overtrad werd de eerste keer 24
uur op water en brood gezet. Bij herhaling kreeg men acht dagen.
Verder was het voor de kinderen ook verboden tabak te roken of thee te drinken.
Spelen mochten ze alleen op de plaats achter het weeshuis en beslist niet op
straat of voor de deuren van de instelling. Daarbij was het verboden met stenen te
gooien, omdat dan de ramen van naburige gebouwen vernield konden worden.
Zoals overal zullen ook in Zierikzee de regels overtreden zijn. Daar zijn aanwijzin
gen voor, maar zelden is concreet na te gaan wat er precies gebeurd is en welke
straffen opgelegd werden. In 1627 werd in de raad gesproken over de „seer
quade ordre en regieringe" in het weeshuis. Twee jaar later werd de binnenvader
aangespoord zijn ambt krachtiger uit te oefenen. Deze gegevens wijzen op over
tredingen. Over de 18e eeuw is meer bekend. In 1735 zat Adriaan van Hennip op
het Gravensteen vast. Wat hij had misdaan is onbekend. In 1763 was er sprake
van wangedrag van sommige jongens in het weeshuis. In 1789 kreeg een lid van
de rode roede, een soort plattelandspolitie, een vergoeding ,,voor het met roeden
Jacobus Daggeling te kastijden". Twee jaar later moesten zelfs de schout en zijn
dienaars er aan te pas komen om de onwilligheid van de kinderen in het wees-
91