A
V sv\
V
V/
i
i
Burgerweeshuis heel behoorlijk was. Weliswaar kon er streng gestraft worden,
maar er zijn duidelijk aanwijzingen, dat de regenten het welzijn van de wezen op
het oog hadden. Het geven van onderwijs hoorde duidelijk tot het beleid. Veel
aandacht werd besteed aan godsdienstig onderwijs, maar in het kader van die tijd
wekt dit geen bevreemding.
Het aantal in het weeshuis verzorgde kinderen
Over het aantal wezen dat in de instelling werd opgenomen is voor het grootste
gedeelte van de onderzochte periode weinig te zeggen. Alleen voor de jaren
1766-1795 zijn exacte gegevens bekend. De aantallen variëren tussen 54 kinderen
(1784) en 21 kinderen (1795).
Grafiek /.- Aantal kinderen in bet weeshuis gedurende 1766-1795.
54
K
52
50
48
46
44
42
40
38
36
34
32
30
28
26
24
22
ZU -
66 68 70 72 74 76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 95
Voor de rest van de periode is slechts van twee jaren een precies aantal bekend:
in 1750 waren er 60 kinderen en in 1752 75. Naast deze vaststaande gegevens zijn
er aanwijzingen voor een groot aantal kinderen op momenten, dat er sprake is
van een verbouwing of uitbreiding van het weeshuis. Een probleem daarbij is
wel, dat we moeilijk na kunnen gaan wat in dit verband veel of weinig kinderen
is. De 75 kinderen, hierboven genoemd voor 1752 was waarschijnlijk veel, omdat
de regenten in dat jaar klaagden, dat het aantal kinderen de laatste twee jaar snel
gegroeid was en ,,in deese slegte en neeringloose tijden in 't vervolg" mogelijk
nog sterker zou toenemen. De oudst bekende uitbreiding en verbouwing, waar
van duidelijk is dat zij nodig was vanwege het grote aantal kinderen, stamt uit de
tijd dat officieel nog gesproken werd over het Heilige Geesthuis: 1596. Tien jaar
eerder was er al over geklaagd, dat het pand te klein was. In 1601 werd opnieuw
een naastgelegen pand aangekocht. Uit de rekeningen van 1629 en 1630 blijkt dat
de uitgaven voor voedsel enorm hoog waren. Dit, gecombineerd met het gege
ven, dat buitenvader Willem Simonse van der Louff verklaarde, dat er „een merc-
kelijck groot getal" wezen in de instelling woonde, wijst op een piek. In 1653
94