kreek, waaraan "Zierik" in een ver en grijs verleden de stad grondvestte. Toen
het lelijke witte ding van 47 meter hoog er stond in 1954, betreurde men wel de
aantasting van het fraaie silhouet van Zierikzee.
Het bestuur maakte zich druk om ontsierende reclameborden en vuilnisbelten die
in het landschap verschenen. De Vereniging beperkte zich in de jaren '50 tot klei
ne restauraties aan stoephekken, geveltjes en deuren. Voor cle gildepoortjes in
Zierikzee liet Stad en Lande zelfs speciaal kleine rode steentjes bakken. De eigen
Restauratiecommissie bekeek de objecten en bracht advies uit aan het bestuur. De
Vereniging kreeg voor kleine restauraties ook subsidie van het rijk, tot halverwege
de jaren '80! (toen moest het rijk bezuinigen en werd deze jaarlijkse bijdrage afge
bouwd). Voor grote restauraties waren aanvankelijk, kort na de Ramp, geen
arbeidskrachten beschikbaar, die werden ingezet bij de herverkaveling en
woningbouwverenigingen. Op Schouwen-Duivelancl stond men in de jaren '60
nog stevig in de tradities geankerd, discipline en sociale controle waren nog
waardevolle eigenschappen. Het ledenaantal en de activiteiten van Stad en Lande
vertoonden grote continuïteit en stabiliteit. Dit in tegenstelling tot andere regio's.
De jaren '60 verliepen elders zeer rumoerig, het waren turbulente jaren met overal
acties door anarchistische jeugd, met bezettingen van universiteiten. Overal was
er sprake van onbehagen, over de snelle technische vooruitgang en als verlate
reactie op de oorlog. In deze tijd van welvaart ging men andere zaken belangrijk
vinden. De jeugd bekommerde zich om sex, drugs en rock'n roll. Popsterren
waren veel interessanter dan oude stenen.
Als reactie op de grote maatschappelijke onrust in de politiek en onder de jeugd,
werden op veel plaatsen rondom ons eiland verenigingen opgericht, die zich
sterk gingen maken voor het behoud van monumenten en oudheden. Een kleine
greep eruit:
1961 Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaancleren; 1962 Vereniging Oud-
Terneuzen; 1964 Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap; 1968 Heemkundige Kring Stad en Land van Bergen op Zoom; 1969
Archeologische Vereniging "De Motte"; enzovoorts. In een onrustige periode,
waarin mensen hun vertrouwde houvast verliezen, gaan ze zoeken in het verle
den, Toen,(in die goeie ouwe tijd...) waren er nog wel houvast, zekerheden en
evenwicht!
Ook de Nederlandse overheid realiseerde zich, dat het culturele erfgoed bedreigd
werd, en dat het de hoogste tijd werd om die erfenis te beschermen door wettelij
ke maatregelen. In 1961 werd de monumentenwet van kracht. In deze periode
van groeiende welvaart werd ook aan particuliere organisaties ruimschoots subsi
die verstrekt om te restaureren.
Daarnaast kwamen er weer meer arbeidskrachten voor restauraties beschikbaar in
de jaren '60. Stad en Lande ging het goede voorbeeld geven met grotere restaura
ties. De oude travaille (hoefstal om de paarden te beslaan) uit Dreischor werd in
1965 met grond en al verworven en gerestaureerd.Ook de travaille van smid
Verhulst uit Zonnemaire was overbodig geworden door de landbouwmechanisa
tie. De Vereniging kocht deze travaille op in 1968, restaureerde hem volledig en
liet hem plaatsen in cle ring in het bouwkundig fraaiere Noordgouwe. In cle jaren
'80 bleek een nieuwe restauratie voor het behoud noodzakelijk en werden beide
travailles verkocht aan de gemeente Brouwershaven, met als beding, dat de
gemeente ze moest onderhouden en restaureren.
110