Deze eerste kroniek werd ingeleid door voorzitter Braber, die een historisch over
zicht van de Vereniging gaf. Dr.A. de Vin, publiceert regelmatig een artikel in dia
lect in de kroniek. Hij is al heel lang een zeer meelevend lid van de Vereniging.
Hij promoveerde tot doctor, op een dissertatie over Schouws en Duivelands dia
lect, dit proefschrift werd gepubliceerd met een subsidie van Stad en Lande. Voor
het Jaarboek was gelijk veel belangstelling. Men besloot echter het lidmaatschap
van de Vereniging niet automatisch te koppelen aan het kopen van een Kroniek.
In 1978 werd ook een Commissie Kleine Monumenten gesticht, in navolging van
Heemkundige Kring "De Bevelanden", de voorzitter werd: Ir. J.L. van Sloten; deze
groep ging zich bezighouden met het registreren van kleine ornamenten als stoep
hekken, bovenlichten enzovoorts. Na enkele jaren kwam er helaas de klad in de
activiteiten en ging de Commissie langzaam uit als een nachtkaars. Pas in 1987
werd hij weer nieuw leven ingeblazen door P.P. Vleugel en ir. J.L. van Sloten.
Een andere groep ging de oude Veldnamen, die tot de herverkaveling in gebruik
waren, verzamelen en vastleggen. Drs. M.K. Buth en W.P. de Vrieze waren samen
met Mr. A. Gast en P.J. van Langeraad de motors achter dit initiatief. Dit mondde
uit in de publicatie van vier veldnamenboeken, met vele kaarten waarop de oude
veldnamen vermeld zijn.
In 1984 waren diverse bestuursleden reglementair aftredend, ze besloten zich niet
herkiesbaar te stellen. Zodoende moesten er verschillende nieuwe mensen in
gekozen worden. Het hele dagelijks bestuur werd vernieuwd. Vanaf 1985 ging
J.D. de Kam als voorzitter Stad en Lande leiden. Ook in het samenstellen van het
Medededelingenblad, wat altijd door voorzitter Braber was gedaan, kwam daar
door een wijziging. Van Sloten ging voortaan met de nieuw gekozen mevrouw
Ing. S.H. Eggink-du Burck het mededelingenblad verzorgen.
In 1984 werd besloten, dat de herinnering aan de enorme hoge waterstanden tij
dens de Ramp in dorpen en steden niet vergeten moest worden.Daarom besloot
het bestuur vloedstenen te laten maken en die aan alle dorpen op Schouwen-
Duiveland te schenken die in het water hadden gestaan. Op de gedenkstenen
kwamen de golven van de stormvloed voor en het jaartal 1953- Zij moesten op de
plaats van de hoogste waterstand ingemetseld worden in iedere getroffen plaats.
Ook op Sint Philipsland was er belangstelling voor zo'n steen. De eerste vloed
steen werd aangebracht op 7 november 1985 in het zwaarst getroffen dorp
Nieuwerkerk, hij werd onthuld door burgemeester Van Bommel van Duiveland in
het bijzijn van oud-burgemeester en nu voorzitter van Stad en Lande De Kam. In
totaal werden er dat jaar 20 vloedstenen op het (schier)eiland aangebracht, waar
van vier in Zierikzee.
In 1985 werd de Commissie Streekkunde in het leven geroepen door het bestuur
en geleid door Drs. J.A. Brandenbarg. Deze commissie ging zich bezig houden
met het ontwikkelen van pakketten voor het onderwijs over streekkunde, in
samenwerking met de Vereniging Basisonderwijs/Voortgezet Onderwijs op
Schouwen-Duiveland. Het volgende jaar hield F. Beekman een lezing over het
projekt "Streekkunde" op de B.O.V.O.-dag. Vele scholen deden mee aan het leer
zame projekt. Eveneens in 1985 werd door F. Beekman en P.R.M. van dei-
Sneppen de Commissie Archeologie opgericht en geïnstalleerd door het bestuur.
Voor de bestudering van de streektaal werd ook een aparte Commissie Streektaal
opgericht met als drijvende krachten Dr. A.de Vin en Drs. J.A. Brandenbarg. De
volgende Commissie werd opgericht in 1988: de Planologische Commissie, zij
113