Fig.3. Anancus arvernensis. rechter laatste boven- en onderkiezen op elkaar sluitend. Rogge ndam, Oosterschelde, van de tongzijde gezien. Gemeentemuseum Zierikzee. x 3/4. Homotherium latidens is een sabeltandtijger, bekend van het Midden-Pleistoceen van Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië en kwam met deze vondst voor het eerst in Nederland voor zover onze kennis ging. De 'sabels' van de sabeltandtij ger zijn als Turkse kromzwaarden of scimetaren: sterk zijdelings samengedrukt en messcherp, de hoektanden waarmee het dier kan steken en scheuren. Een ont zagwekkend en gemakkelijk te herkennen element. De onderkaak die wij hier hebben vertoont een steile voorrand, de kassen voor twee snijtanden en een hoektand, de brede en licht holle oppervlakte opzij voor de bovenhoektand die langs de onderkaak vrij naar beneden is gericht; de configuratie specifiek voor deze sabeltandtijger. Dit niet zo goed ogende kaakbrokje is niettemin een van de belangrijkste vondsten ooit door de familie Schot met de ZZ 8 in de Ooster- of Westerschelde opgedaan. Een reconstructietekening vervaardigd door Margaret Lambert is gegeven in fig. 4 bis. Naar uit de in de Friesenhahn Cave in Texas gevonden complete skeletten van Homotherium blijkt dat het dier sterk verlengde voorste ledematen had, ter wijl de achterste ledematen kort waren; het liep daarmee op de voetzolen. Uit vondsten van jonge mammoetbeenderen bij die van Homotherium kan worden afgeleid dat de sabeltandtijger in staat was jonge olifanten te slaan, iets waar de 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 15