I-'ig.4 bis. Homotherium, reconstruct ietekerimg vein Margcirel Lambert.
De neushoorn van Jean Viret
Uiterst zeldzaam, en waarachtig bijna onopgemerkt gebleven tussen de vele res
ten van de gewone wol harige neushoorn in de Zeeuwse bottenfauna, is een
oudere neushoornsoort die nog geen twintig jaar geleden, in '1972, door de
Franse palaeontoloog Dr. C. Guérin onder de naam Dicerorhinus jeanvireti is
beschreven. Deze soort leefcle in het Boven-Plioceen, van 3 tot 2 miljoen jaar
geleden, in Zuid-Europa (Frankrijk, Spanje, Italië) en Oost-Europa (Tsjechoslowa-
kije, Hongarije en Roemenië) en is door zijn eenvoudiger bouw en lagere kronen
van cle kiezen te onderscheiden van de wolharige neushoorn, Coelodonta anti-
quilatisuit het boven-Pleistoceen, die van bijna 200 vindplaatsen in West-Europa
bekend is. Ik was niet aan boord toen de kies, tot nog toe de enige, op 27 sep
tember 1980 uit de blubber van 35 m diepte in de al valeer genoemde Roggenclam
ten zuiden van Schouwen werd gepikt door de kleinzoon van de heer J'. Schot
BWzn, jaco Moerland. De kies baarde aanvankelijk geen opzien en werd als van
een wolharige neushoorn neergelegd in het gemeentemuseum te Zierikzee. Ik zag
die kies voor het eerst bij een routinebezoek aan dat museum op 1.6 januari 1981.
Er ging wat door mij heen: dit was de vierde kies uit de rechter bovenkaak,
prachtig geconserveerd, van een neushoornsoort met veel lagere kieskronen dan
de wolharige neushoorn en niet daarmee te vergelijken! Hier was weer een nieuw
element voor de Nederlandse fossiele fauna. Ik kreeg de kies mee naar huis om
er over te schrijven, in twee talen (Hooijer, 1981 en 1981 bis).
De kroon van de kies weergegeven in fig. 5, is 55 mm overdwars en 36 mm van
voor naar achter op het slijtvlak en valt op door het naar binnen hellen van het
buitenvlak, de twee emaileilandjes in het midden en cle ontwikkeling van cle
emailkraag, het cingulum, aan de binnenzijde, De kies is niet te onderscheiden
van Dicerorhinus jeanvireti uit Zuid- en Oost-Europa; eveneens niet van
Dicerorhinus etruscus uit cle Klei van Tegel en (Onder-, maar niet onderste
Pleistoceen); maar die soort is jonger clan D. jeanvireti en in tegenstelling tot de
laatstgenoemde soort niet geassocieerd met de mastodont Anancus awernensis
en wel met een meer geavanceerde vorm van Mammuthus mendionalis dan die-
welke bij D. jeanvireti voorkomt.
15