De kleine zeehond De kleine zeehond Phocanella minor is ook een zeldzaam element in de Zeeuwse bottenfauna. Hij is pas voor het eerst in 1975 uit ons land beschreven (Hooijer, 1975). Het fossiel is een stuk heiligbeen, sacrum, van een schelpenzuiger in de Westerschelde, mij ter hand gesteld door mijn vriend en collega Dr. P. H. de Buisonjé te Amsterdam. Het is volledig niet te onderscheiden van Phocanella minor zoals die reeds in 1876 door de Belgische palaeontoloog Dr. P. J. van Beneden is beschreven uit het Bekken van Antwerpen. Gezien van beneden is het sacrum in fig. 6 te zien. Het zou wenselijk zijn voor de kleine zeehond even als voor de sabeltandtijger en de neushoorn van Jean Viret dat wij op meer vond sten zouden kunnen bogen dan de enkele stukken die wij nu in handen hebben. Ook de zeehond is volledig zwart door en door, niet afwasbaar, en hiervoor geldt hetzelfde dat wij al opmerkten bij de neushoorn van Jean Viret, namelijk dat hij later veelkleuriger zal kunnen blijken te zijn Fig. 6. Phocanella minor, heiligbeen, Weslerschelde, van beneden gezien. Teylers Museum. Haarlem, x 2 1/4. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 19