nissen dat vermeld wordt uit de Honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland, het noemen van Hugo Capet en de Tempeliers, na het midden van de vijftiende eeuw komt de schrijver dichter bij zijn eigen tijd en nemen de weersbe- richten en vermeldingen van plaatselijke gebeurtenissen toe. Het zijn de gegevens over de aardbeving van 1449, de fundering van de toren in 1454, de koude win ters van 1458 en 1460, de details van de storm van 1464, de huldiging van Karei de Stoute in 1468 en het vergulden van de toren op het gasthuis in '1472 die de waarde van de Zierikzeese kroniek bepalen, omdat zij tot nu toe nergens anders vermeld worden. Hertog Karei de Stoute. Houtmede uil: Dits die excellente cronike van Vlaenderen (Antwerpen, W. Vorsterman, '1531 131) Opvallenderwijs ontbreekt een bericht over de storm op 30 april 1451, wat de twijfel aan de waarheid van dit bericht in de Bredase kroniek versterkt23. Ook de stadsbrand van 1458, vermeld door Reygersbergh, ontbreekt. Een persoonlijke tint wordt; aan het geheel gegeven door het moralistische com mentaar op de gebeurtenissen in Zierikzee tussen 1469 en '1473, waarbij cle kro niekschrijver de wettigheid van het stadsbestuur en daarmee van al zijn handelin- 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 26