103. B: vele. 104. 21 September. Zie ook Gottschalk, Stormvloeden II p. 211. Contemporaine bronnen, zoals het memorieboek der stad Gent en het Sneker kroniekje, vermelden onafhankelijk van elkaar schade aan schepen en molens in Zeeland en bij Antwerpen {Sneker kroniekje p. 51: "alsoe datter veel gro ter scepen braken in Zeelant op die reeden daer sij lagen en reden," ende daer wayden XVII wint- molen omme in Scouwen daer Zirixce in staet". Hierbij moet worden aangetekend dat deze kroniek, ontstaan in het klooster Thabor bij Sneek, is afgeschreven door Scheen Wissenzoon van Kerckwerff, een Schouwenaar, die voor de Friese broeders de geografische ligging verduidelijkt heeft). De Rotterdamse kroniek p. 24 somt veel schade aan schepen bij Arnemuiden, Steenbergen en Dordrecht op en noemt ook het omwaaien van schoorstenen en kerken; de Vetus chronicon Belgicum p. 57 het omwaaien van huizen, molens, schepen en bomen zonder plaatsaanduiding. 105. In B alleen: eenen grooten vorst ende coude. 106. B: voerde. 107. B: Roomerswaele. Bedoeld is Reimerswaal, de stad gelegen tussen Ierseke en Bergen op Zoom die in de tweede helft van de zestiende eeuw in de strijd tegen het water is opgegeven. 108. B: ende daer storffer vele menschen ende beesten. 109. Gras. 110. Htampes, lussen Parijs en Orleans. 111. De slag bij Monthléry (tussen Parijs en Etampes) op 16 juli 1465 tussen koning Lodewijk XI en Karei van Charolais. 112. Karei kreeg de hand van de dochter van de koning, het graafschap Ponthieu en tijdelijk het kasteel van Vincennes. '113. Deze regels ontbreken in A. 114. B: destrueerde. 115. B: ende llandt overal. De Luikenaren hadden in 1465 hun bisschop Lodewijk van Bourbon, verwant van Karei, verdreven. Karei verzoende zich wel met Luik, maar niet met Dinant. Deze stad werd na een beleg zwaar verwoest; vele burgers werden gedood. 116. Zie hierna bijlage 1. 117. Filips de Goede overleed op 15 juni 1467 in Brugge. 118. B: Kaerle van Charloijs, Philips zone. '119. Destrueerde, verwoeste. 120. B: perdoen. Wat hier bedoeld wordt is niet duidelijk. In de andere kronieken wordt dit niet vermeld. 121. In B hierna: in Vlaenderen. Luik werd na een nieuwe opstand door Karei heroverd; op '17 nov. 1467 trok hij de stad binnen. Het platteland werd zwaar verwoest. 122. 25 april. Dit klopt met het itinerarium (opgave van de reizen en verblijfplaatsen) van hertog Karei, volgens welke hij op de 25'' op het water lag voor Zierikzee en naar Goes voer (H. vander Linden, llinéraires de Charles due de Bourgogne Marguerite d'York et Marie de Bourgogne. 1467-1477 (Bruxellcs, 1936) p. 7). 123. B: Caerle, Philips zone. 124. In B hierna: van Zeelant. 125. Deze gebeurtenis wordt ook verhaald op f. 4öv. De bewoording luidt daar:"wort Kaerle harloge van Bourgongen etc. gehuil tot Zieryxee an den dyck by Bordendamme als grave van Zeelant óencle heere der slede van Zierlxee". Borrendamme lag ten westen van het huidige havenhoofd. 126. Pestepidemie. Dat er in dit jaar een epidemie was, wordt ook vermeld in de Rolierdamse kroniek (p. 37). 127. Deze toevoeging in B. 128. Karei de Stoute trouwde Margaretha van York op 3 juli 1468 in Damme. Het grootste deel van de festiviteiten, die op de tijdgenoten een enorme indruk maakten, vond in Brugge plaats. 129. Het laatste gedeelte luidt in B: Jurck binnen der stadt van Brugghen. Die staet, costelijckheijt ende feeste die daer ghesciede was zoo onmatelijck dat sedert Christi geboorte desgelijcx noijt gesien noch gehoort en is gheweest. Bericht over de grote pracht en praal ook in de Divisiekroniek en de Rolierdamse kroniek (p. 39). 130. Deze zinsnede alleen in B. 131. Destrueerden. 132. Een nieuwe opstand van Luik werd bedwongen door Karei de Stoute en koning Lodewijk XI geza menlijk. Het slaken van de kreet "Bourgoengen, Bourgoengen" door de troepen van de koning wordt ook vermeld Rolierdamse kroniek p. 41. Vgl. p. 37, waar de vele geestelijke instellingen in Luik worden vermeld, maar niet hun verwoesting. 133- 20 oktober. 134. B: die iemandt. 135. In B hierna: met de wateren. 136. In 13: vijf. 137. Het (Neder)Sticht, het bisdom Utrecht. '138. Over deze stormvloed Gottschalk, Stormvloeden II p. 220-223. De oudste gedrukte gegevens erover zijn uit Die excellente cronike van Vlaenderen (Antwerpen, 1531) cap. 55 f. I46v en Reygersberch, Cronycke cap. 47, maar ook de Rolierdamse kroniek (p. 43) vermeldt hem al. Deze heeft een versje met St. Ursula erin; andere kronieken verwerken de naamdag van de 11.000. Maagden, die dezelfde 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 40