beloning voor zijn inzet tijdens de strijd van Maximiliaan tegen de Hoeken in de plaatsen Leiden, Rotterdam en Gouda. In i486 werd hij door Maximiliaan tijdens diens bezoek aan Dordrecht tot ridder geslagen. In 1498 staat hij als baljuw in het Poorterboek van Zierikzee vermeld. Rekeningen tonen aan dat hij waarschijnlijk tot 1501 heeft geleefd21. Zoals gezegd is de datering van het drieluik onzeker, maar als het omstreeks 1500 is geproduceerd, zijn er veel aanwijzingen dat Jacob van Cats de opdrachtgever was. Bij het aantreden van de nieuwe vorst en na diens huwelijk met Johanna van Castilië kon Van Cats door middel van dit schilderij als kamerheer van Filips en als baljuw van Zierikzee uiting geven aan zijn loyaliteit tot het vorstenpaar. Die intentie zou een verklaring kunnen zijn voor de opmerkelijke aandacht in dit drieluik voor de rechtspraak. Filips is in zijn volle lengte en met opgeheven zwaard afgebeeld als heerser en rechter. Op de achtergrond zien we de oude vierschaar van de stad Brussel 'Burgendael' uitgebeeld, de plaats die herinnert aan een ver verleden toen Brussel zijn eigen rechtbank kreeg en er nog in de open lucht werd rechtgesproken. De hertog wijst naar de voorstelling op liet middenpa neel, waar Christus als hemelse vorst de vierschaar spant over alle mensen. Filips staat dus tussen het symbool van het oude feodale recht en 'Het laatste oordeel'. De scène op het middenluik is vanuit het perspectief van Filips de Schone gesitu eerd in de nabijheid van de vorstelijke residentie te Coudenberg op het terrein Situatieschets van cle Brusselse locatie. Ontleend aan de brochure van A. A. Reyneu Un triply que his- torique. Antwerpen 1887. Filips en Johanna zijn afgebeeld voor bet hertogelijk paleis. Op de achtergrond zien tve links de muren van de stad Brussel met de oude vierschaar Burgendael en rechts een deel van hel labyrint van de paleistuinen. Het laatste oordeel voltrekt zich op het gebied van hel klooster Sint-Jacob op Coudenberg. (Collectie Streekarchivariaal Schouiven-Duiveland en Sint Philipsland.) 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 50