en Sint Pbilipsland. Zierikzee.) Adolf van Kleef, heer van Ravesteyn en Dreischor, die een huis in Zierikzee bezat, werd met het onderzoek belast. Hij behoorde tot de partij van de Kabeljauwen. Toen Karei de stad in 1473 binnentrok, hadden honderden Zierikzeeënaars de stad inmiddels verlaten. De poortdeuren werden uit de hengsels gelicht, de privileges verbeurd verklaard en de stad kreeg hoge boetes opgelegd. Twaalf opstandelingen werden ter afschrikking op de Gasthuisbrug onthoofd en bij zijn vertrek nam de hertog 24 vooraanstaande Zierikzeeënaars als gijzelaars mee naar Brussel in afwachting van een definitief oordeel van de kanselarij. Na zeven weken mochten zij weer naar huis met nog meer eisen tot genoegdoening. De Kabeljauwen namen daarop de regering van de stad over. Na de dood van Karei de Stoute in 1477 kreeg Zierikzee zijn privileges terug van Maria van Bourgondië en bij de Blijde Inkomste van Maximiliaan in 1.483 werd de ruzie voorgoed bijge- legd. Vijftien jaar na de confrontatie met Karei de Stoute raakte Zierikzee opnieuw in conflict, nu met de Rooms-koning Maximiliaan die als regent optrad voor zijn kleinzoon Filips de Schone26. Filips van Kleef, zoon van de eerder genoemde Adolf van Kleef, kwam in 1488 in opstand tegen Maximiliaan toen die zijn woord niet hield tegenover de Gentenaren en hen alsnog wilde straffen voor zijn verne derende gevangenschap en afgedwongen concessies. De Hoeken onder leiding van Jonker Frans van Brederode wisten de stad Sluis in handen te krijgen, zodat zij de vaarroute naar Brugge beheersten. Bovendien deden zij uitvallen naar belangrijke steden in het noorden, tot wanhoop van Maximiliaan die intussen naar Duitsland was afgereisd. Zierikzee steunde de opstandelingen met voorraden en geld. Toen in 1490 de vloot van de Hoeken werd verslagen in het Brouwershavense Gat, gaf Zierikzee wel onderdak aan de gevluchte Hoeken, maar weigerde de overwinnaars te ontvangen. Waarschijnlijk speelde daarbij een rol dat Filips van Kleef in de stad woonde. Met deze houding haalde Zierikzee zich de woede op de hals van Maximiliaan. die zijn strijdheer, Albrecht van Saksen, stuurde om orde op zaken te stellen. In 1492 nam de gevreesde veldheer de stad bij verrassing in en verbouwde de Noordhavenpoort tot een blokhuis om de stad te controleren. Zierikzee werd zwaar gestraft en moest een hoge boete betalen. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1991 | | pagina 52