De strijd te land in 1575 en 1576 op
Schouwen-Duiveland
door dr. c. van der Graaf
Inleiding
In de vorige jaargang van de Kroniek van het land van de zeemeermin (1990.)
stonden wij stil bij de strijd te water op Schouwen-Duiveland in 1575 en 1576. In
die bijdrage gingen wij in op afbeeldingen van die strijd, hun historische context
en betrouwbaarheid.
In dit artikel willen wij de afbeeldingen over de strijd te land in 1575/1576 cen
traal stellen. De strijd te land concentreerde zich op twee plaatsen: Bommenee en
Zierikzee. De eerste plaats werd na een kortstondig, maar hevig beleg door de
Spaanse troepen veroverd. Zierikzee wist daarentegen de troepen van de Spaanse
koning negen maanden lang buiten de poorten te houden.
Bommenee
De verrassing van Den Briel, het ontzet van Leiden, de uitmoording van Naarden,
ja alle historische gebeurtenissen van enig belang tijdens het voorspel of het ver
loop van de Tachtigjarige oorlog, werden door Frans Hogenberg en later, na zijn
overlijden in 1590, door zijn zoon Abraham, weergegeven en vastgelegd in koper
gravures, die een uitstekend - en soms vertekend - beeld geven van de politieke
en militaire strijd. De prenten werden en worden nog steeds in geschiedenisboe
ken of atlas gereproduceerd. Frans Hogenberg was in 1538 in Mechelen geboren,
werkte tot 1570 in Antwerpen, maar emigreerde, toen de grond voor hem als
protestant te heet onder de voeten werd, naar Keulen, waar hij zijn lucratief
bedrijf als graveur voortzette. Hij overleed in 1590 en werd op het protestantse
kerkhof in Keulen begraven.
Frans Hogenberg werkte samen met de cartograaf Ortelius in het Tbeatrum Orhis
Termrum Cs Werelds Schouwtoneel) en met G. Braun in Civitates Orbis Terrarum
('s Werelds Steden). Beide medewerkers waren Roomskatholiek, evenals Michael
Aitsinger, de auteur van De Leone Belgico (De Nederlandse Leeuw, kaart van de
zeventien gewesten in de vorm van een leeuw). Aitsinger schrijft de geschiedenis
bij de prenten van de protestantse Hogenberg. Als protestant moest Hogenberg
zich in zijn overwegend katholieke omgeving in Keulen matigen in al te venijnig
commentaar en men moet erkennen dat hij zich meer anti-Spaans dan als anti
katholiek profileert. Zowel uit de gravure als uit de Duitse onderschriften in rijm
verzen blijkt overduidelijk waar de sympathie ligt. Hogenbergs gravures zijn meest
links onderaan genummerd; van de vijf edities die Aitsinger verzorgde in 1583,
1585, 1588, 1596 en 1605) zijn alleen "in de laatste drie uitgaven die platen met
een Romeinsch cijfer genommerd, in de eerste twee niet"
In Aitsingers uitgaven zijn de Duitse onderschriften afgedekt; vermoedelijk omdat
hij die niet passend vond bij zijn commentaar in het Latijn aan de ommezijde. Het
Streekarchivariaat te Zierikzee bezit een gravure van Bommenee zonder Romeins
cijfer, dus uit 1583 of 1585, met zijn Latijnse tekst op de achterzijde. De datering
van de afgebeelde strijdtonelen is bij Hogenberg zeer onnauwkeurig: de inneming
65