idee in september I960 per ongeluk in de openbaarheid kwam, was de besluit vorming al zo ver gevorderd dat er geen initiatief van de kant van Schouwen- Duiveland meer mogelijk was. Die geheimhouding had overigens een duidelijke reden. Men was bevreesd dat het Rijk en met name Rijkswaterstaat zich tegen de plannen zouden keren. Dat blijkt uit archiefstukken. Hadden de instanties op Schouwen-Duiveland dan niet zelf met een dergelijk ini tiatief kunnen komen? In het voorgaande is al gesteld dat het brugplan voor een groot deel berustte op een vrij revolutionaire technische vinding. Het ligt daarom niet voor de hand dat personen en openbare instellingen op Schouwen-Duiveland zich bewust waren van de technische mogelijkheid van een brug over de Oosterschelde. Dat beeld klopt ook met het beeld dat geïnterviewden met betrek king tot deze zaak schetsen. Niemand wist dat er mogelijkheden bestonden om zo'n brug te bouwen. Toen de provincie echter besloten had tot de bouw van de Zeelandbrug hebben de bewoners van Schouwen-Duiveland alles gelaten over zich heen laten komen. En dat geldt niet alleen voor de Zeelandbrug. Het gaat ook op voor de andere ontsluitingen die na de watersnood van 1953 tot stand zijn gekomen. Oosterscheldebrug, later Zeelandbrug geheten. (Coll. F. Beekman). Gewijzigd reisgedrag Waaruit bestond die nieuwe infrastructuur in het Deltagebied precies? Er kwamen drie routes van noord naar zuid door het eilandengebied. De meest oostelijke daarvan was voor Schouwen-Duiveland van minder belang. De meest westelijk gelegen route liep vanuit Rotterdam via Voorne-Putten naar de Haringvlietsluizen, en vandaar verder over de Brouwersdam, de Oosterscheldekering en de dam door het Veersegat. Maar omdat de afsluiting van de Oosterschelde (die oorspron- 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 112