kelijk in 1978 gereed zou zijn) in 1973 herzien werd, is deze weg pas in 1987 vol tooid. De middelste weg was de enige doorgaande verbindingsweg die vrijwel direct na de ontsluiting van Schouwen-Duiveland tot stand kwam. Vanuit Goes noordwaarts rijdend liep deze route over de Zeelandbrug, de Grevelingendam, de Haring vlietbrug en tot slot door de in 1969 gereedgekomen tunnel onder de Oude Maas naar Rotterdam. Daar sloot hij aan op de inmiddels gereed gekomen ringweg rond die stad. Over het algemeen geldt dat de traditionele eilandbewoner zijn reisgedrag na 1965 niet radicaal wijzigde. De tendensen die zich na 1945 hadden ingezet en na 1953 waren versneld, zetten zich door. De betere verbindingen gaven die tenden sen een nieuwe impuls, maar veranderden de richting van de ontwikkelingen niet. Familiebezoek, inkopen en toeristische uitstapjes, dat bleven de voornaamste redenen om Schouwen-Duiveland te verlaten. Het verhaal van de metselaar die nooit een auto heeft kunnen kopen is desondanks maatgevend voor het gedrag van de meeste oude bewoners: 'Ik kreeg de gelegenheid vlugger bij familie te zijn. Veel mensen gingen' inkopen doen in Vlissingen, Middelburg of Rotterdam. Je was niet meer zo gebonden aan Zierikzee. Ik ging ook wel eens met een busreisje naar Volendam of Schiphol. Dat waren dagtochten. Dat kon omdat je veel mak kelijker het eiland afkwam.' De "Zijpe" op de veerdienst Anna-Jacobapolder-Zijpe. (coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipslayid). Ook de vraag of cle traditionele eilandbewoners zich na 1965 hebben aangepast aan de nieuwe omstandigheden is interessant. De reacties lopen hierbij uiteen. Sommigen, meestal afkomstig uit het voormalige landarbeidersmilieu, zeggen na 1965 niet anders geleefd te hebben dan daarvoor. 'Ik zat en ik zit nu nog eigenlijk het liefste thuis.' Deze groep mist tegenwoordig de sfeer die vroeger op het eiland heerste en het 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 113