Nieuw Leven in Ouwerkerk, toen men bij -10°C de opening van een café wilde
opluisteren en Luctor et Emergo bij een straofeest in Renesse.
De grote stap
En zo komen we bij ons uitgangspunt terug: de amateurs. De liefhebbers, die in
de militaire kapellen hun grote voorbeeld zagen en zien.
Met die militaire kapellen ging het in 1830 niet zo best meer, althans wat hun
aantal betreft. Er was geen geld meer voor en veel korpsen werden opgeheven,
ook dat van de Schutterij in Zierikzee en dit was de directe aanleiding tot de
oprichting van de harmonie Kunst en Eer op 23 april 1830. Daarmee is dit gezel
schap verreweg het oudste van Schouwen-Duiveland.
Nog lang na de opheffing van de Schutterij werd in het muziekkorps de discipline
gehandhaafd en had de vereniging een elitair karakter. Het "gewone" volk kon
geen lid worden.
Tijdens concerten was het gedeelte van het tot plantsoen omgevormde bolwerk in
Zierikzee waar de muziektent stond, afgesloten door een groot ijzeren hek en
slechts toegankelijk voor donateurs en introducés, die allen tot de gegoede
burgerij behoorden. Pas veel later kon het werkvolk tegen betaling van 10 cent
het Slingerbos betreden om een muziekuitvoering te beluisteren. Veel arbeiders
zullen daar geen gebruik van hebben gemaakt, want 10 cent was een heel bedrag
in die tijd.
Het harmonie-gezelschap startte met 23 werkende leden en dat waren waarschijn
lijk allen ex-muzikanten van de schutterijmuziek, want we lezen: "Het Korps
Muzikanten der voormalige dienstdoende Schutterij alhier... bepaald hebbende
om zich tot een Sociëteit te vereenigen, teneinde in deze betrekking, zoo aan de
Schutterij als andersints bij voorkomende gelegenheden ter verhooging van den
openbaren luister en andere genoegelijke eindens dienstbaar te zijn..."
De eerste kapelmeester was Johannes Frederik Tinteman, die op 23 september
1829 door het stadsbestuur was aangesteld tot "stadsmuziekdirecteur en dans
meester". Men had "iederen Vrijdagavond repetitie, dienst bij de Stedelijke
Schutterij en concerten des Zomers in de buiten-societeit".
Van de harmonie krijgen we dan ook al direct tekenen van leven, want op 16 juli
1830 bij het bezoek aan Zierikzee door "den Kroonprins en de Prinsen Alexander
en Frederik Hendrik" werden dezen door een erewacht uit de Schutterij met de
muziek begroet.
Tinteman bleef tot 1 mei 1841 directeur en werd opgevolgd door Carl Friedrich
Ludwig Dietrich, de zoon van een hofmusicus in het vorstendom Waldeck.
De verhouding van het korps tot de dienstdoende Schutterij liet in die jaren te
118