men het ook wel eens zonder toneel. Renesse, Haamstede en Zierikzee kennen niet meer de uitvoeringen met toneel. In Haamstede vraagt men de laatste jaren meestal de medewerking van een andersoortig orkest, bijvoorbeeld een mando line-orkest. In Renesse geeft men aan het eerste deel van het concert een thema mee, bijvoorbeeld "muziek voor de dans" met dansdemonstraties en een volks dansgroep of "muziek in het duister" (filmmuziek). Met hulp van koren en solis ten weet men twee zeer gevarieerde avonden te verzorgen, die druk bezocht wor den. Tentconcerten vinden steeds minder plaats door de sterk verminderde belangstelling van het publiek. Zonnemaire vormt daar wel een uitzondering op. Het spannendste optreden van en voor een muziekgezelschap is ongetwijfeld de deelname aan een concours, waar men beoordeeld wordt door een deskundige jury. Er zijn maar liefst zes afdelingen, van de laagste derde afdeling tot de hoog ste, de vaandelafdeling. Al naar gelang het aantal behaalde punten heeft men een derde, tweede of eerste prijs. Men moet twee werken spelen, die lang niet altijd direct aansprekend voor het publiek zijn. Men behaalt dus niet de eerste prijs, zoals men wel eens wil suggereren, maar een eerste of lagere prijs. Het grote nadeel van concoursen is de lange tijd, die nodig is voor het instuderen der twee concourswerken, zodat minder tijd overblijft voor het naar het eigen publiek gerichte programma. De meeste korpsen op Schouwen-Duiveland staan negatief tegenover de concoursen en gaan of helemaal niet of eens in de vier a vijf jaar om degradatie te voorkomen. Op 23 april 1930 vierde Kunst en Eer haar 100-jarig bestaan met een "feestelijke opmarsch" door Zierikzee. (Coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland) Finale Foto's van vroeger hebben iets vertederends. De oudste foto's van onze muziek gezelschappen laten steevast een groepje ernstig kijkende muzikanten zien. Kleine groepjes, vaak tussen 10 en 20 personen, aangevuld met de nodige nota belen. Dergelijke kleine korpsen speelden dan volgens de bewaard gebleven program ma's moeilijke ouvertures als "Dichter unci Bauer" van Von Suppé. Hoe iel moet dat geklonken hebben? Daar kunnen we alleen maar naar gissen. Maar... wanneer er op de tent een concert werd gegeven, was de belangstelling groot. Als de muzikanten de straat opgingen, hadden ze de steun van zegge en schrijve één tamboer en een tromslager, maar... ook van een sliert dorpelingen. 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 129