6. Altaar, witte kalksteen, h. 61,5 cm, Oosterschelde, Maritiem museum te Zierikzee (DN nr. 18). Inscriptie: [I]N H(onorem) D(omus) D(ivinae) [DEAE NEHIALENNLAE IARIAM L(ucius) SILVIVS VIC/fTOR EJX VOTO LIBENS L(aetus) M(erito). 'Ter ere van het goddelijke keizerlijke) huis heeft voor de godin Nehalennia Lucius Silvius Victor (dit) altaar (opgericht) volgens zijn gelofte, gaarne, met blijdschap en met reden gewild amulet10. Bovenop liggen vier appels, op de zijkanten staan bomen. De inscriptie heeft enkele merkwaardige elementen. De eerste regel staat boven de nis: In h d d (op de foto zijn de h, in het midden, en d d duidelijk te zien), de afkorting van In honorem domus divinae, 'Ter ere van het goddelijk huis'. Het is een huldebetoon aan de keizerlijke familie". Het woord voor 'altaar' ara(m) duikt hier weer op, nota bene als lijdend voorwerp van een niet genoemd werkwoord (vergelijk het posuitvan afb. 5). De slotformule is ongewoon: Lucius Silvius Victor heeft gehandeld 'op grond van een gelofte', niet alleen 'gaarne en met reden', maar ook 'met blijdschap'. Het scheepsroer symboliseert Nehalennia's macht over de zee. De inhoud van sommige inscripties en afbeeldingen van schepen laten daarover geen twijfel bestaan. Maar er is meer. In de Romeinse religieuze iconografie kan het scheeps roer een nog veel wijdere betekenis hebben. De godin Fortuna heeft het vaak bij zich, al dan niet met een wereldbol. De symbolische betekenis is overduidelijk: Fortuna bestiert het lot van de wereld en de mensen. Bij Nehalennia heeft die gedachte ook meegespeeld. Een van haar altaren heeft op ieder van de zijkanten een hoorn des overvloeds (cornucopiae), een samen met een scheepsroer, de andere met een wereldbol (afb. 7)12. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 13