7. Zijkanten van een Nehalennia-altaar, kalksteen, h. 88,5 cm, Oosterschelde, Zeeuivs Museum te Middelburg. Hoorn des overvloeds, scheepsroer en wereldbol. 8. Altaar, uit vier fragmenten gerecon strueerd, witte kalksteen, h. 99,5 cm, Oosterschelde, Maritiem Museum te Zierikzee. Inscriptie: NEHA[L]ENI[AE] JIMA /V—, 3. Nehalennia met roer en schip (afb. 8) Een uit vier stukken gerestaureerd13 altaar is om twee redenen bijzonder. Op de eerste plaats omdat het beeld van de godin veel groter is dan het gedeelte waai de inscriptie op staat. Dit laatste wordt gevormd door een podium. Dit treft men weliswaar op nog enkele altaren aan, maar dan leest men op dat podium alleen het begin van de inscriptie, het woord deae; de rest volgt op een vlak daaronder (afb. 9). De situatie op dit altaar is uniek. Er is geen ander waar de beeltenis zo domineert. De godin heeft in de rechterhand een tros die aan de voorplecht van een bootje vastzit. Op een klein aantal andere altaren is eveneens een schip afgebeeld. Maar daar staat de godin, als teken van haar macht over de zee, met de voet op de voorsteven (afb. 10), een pose die zij van Neptunus heeft overgenomen14. Aan haar linkerzijde heeft zij een scheepsroer, maar een dat veel groter is dan dat op afb. 6 en 715. De bovenkant had de vorm van een zadeldakje, maar dat is weggebroken. De dragende pilasters reiken tot de basis; ze zijn ook op de zijkanten te zien. Van de inscriptie is alleen de naam Nehaleniae goed leesbaar gebleven, in de minder gebruikelijke spelling met één n. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 14