12. Beeld van Nehalennia, witte kalksteen, h. nog 71 cm, Oosterscbelde, Maritiem Museum te Zierikzee
(DNnr. 37).
Noten
1. In het jaar 1971 werd een vijftigtal stenen in Middelburg geëxposeerd. In de bij die gelegenheid verschenen
gids Deae Nehalenniae (hier geciteerd als DN) vindt men bijzonderheden over de onderzoeksmethode'en de
vondstomstandigheden, de godin en haar cultus, de epigrafische gegevens en Zeeland in de Romeinse tijd.
2. Hondius-Crone 1955.
3. De aardewerkhandelaar Marcus Secundinius Silvanus bracht uitdrukkelijk dank voor het behoud van zijn koop
waar tijdens de overtocht naar Britannia; DN nr. 11. Voor andere handelaren, o.a. in zout en vissaus, zie aldaar
37-42.
4. Resp. Hondius-Crone 1955 nr. 1, 28, 29, 34 en 35.
5. Zie echter Bogaers 1989.
6. O.a. DN nr. 27.
7. Zo ook DN nr. 30.
8. De mededeling in DN onder nr. 18 (p. 68): 'Zij draagt een hoed' is niet juist.
9. De Weerd 1988, 162-180.
10. Zadoks-Josephus Jitta/Witteveen 1977.
11. Dat vindt men ook elders, bijv. op mijlpalen. Daarop wordt de regerende keizer met al zijn eretitels vermeld,
veel uitvoeriger dan datgene waar het in onze ogen eigenlijk om gaat: de afstand tot de volgende stad. Zie
Stuart 1986, 16-19-
12. Op een in de tempel van Domburg aan de oppergod Juppiter gewijd altaar staat op de zijkant eveneens een
globe; Hondius-Crone 1955 nr. 30.
13. DN nr. 16. Daar heette het: 'Niet op de expositie aanwezig. Het is een altaar in vier stukken gebroken, waar
van de breukvlakken zo verweerd zijn dat het niet te restaureren valt'.
14. Hondius-Crone 1955 nr. 1-4 (Nehalennia), nr. 31 (Neptunus).
15. Zo'n groot exemplaar is opgegraven bij Zwammerdam; zie n. 9.
16. Ongepubliceerd.
17. Hondius-Crone 1955 nr. 33
18. Sichtermann/Koch 1975, vooral catalogusnr. 68 en ook 66, 67 en 71.
19- De lezing van de inscripties op de altaren afb. 6 en 8 is van prof. dr. J. E. Bogaers, te Nijmegen, de omschrijving
van de steensoorten in de bijschriften van afb. 5, 6, 8, 11 en 12 van dr. C. J. Overweel, te Alphen a.d. Rijn.
Foto's: Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (M. Vinkesteijn).
16
