tot en met 1814 voor. Het is de vraag of deze aanduiding voor een deel van de betrokke nen niet identiek was aan varensgezel. Aan de hand van de huwelijksakten en de bijlagen, waaronder uittreksels uit de doopboe ken, en zo nodig raadpleging van de doopboeken zelf kan een onderverdeling worden gemaakt naar leeftijd. Voor de jongste geboortegroepen leverden de akten over de periode 1811-1820 onvoldoende gegevens op. Daarom werden in de tabellen 3a-c ook de akten over de periode 1821-1825 verwerkt voor zover de personen geboren waren voor 1801. In tegenstelling tot Utrecht hebben wij deze gegevens ook verwerkt in tabel 2 omdat zich daar hetzelfde bezwaar voordoet. Tabel la Ondertekenaars naar geboortejaar en geslacht geboortejaar ondertekenaars/aantal huwenden percentage ondertekenaars mannen vrouwen mannen vrouwen voor 1781 9/11 1/5 82 20 1781-1785 3/3 3/4 100 75 1786-1790 11/14 10/16 79 62 1791-1795 16/21 12/21 76 57 1796-1800 18/19 10/20 95 50 Combinatie van de gegevens uit tabel 3a met tabel 2 geeft het volgende overzicht. Tabel lb Mannelijke ondertekenaars naar geboortejaar en beroep geboortejaar ondertekenaars/aantal huwenden percentage ondertekenaars groep B+C groep D groep B+C groep D voor 1781 4/4 4/6 100 66 1781-1785 1/1 2/2 100 100 1786-1790 7/8 4/6 87 66 1791-1795 4/4 12/17 100 70 1796-1800 4/4 12/13 100 92 Op dezelfde wijze kunnen de gegevens over de bruiden worclen verwerkt. Tabel 3c Vrouwelijke ondertekenaars naar geboortejaar en beroep geboortejaar ondertekenaars/aantal huwenden percentage ondertekenaars groep B groep D groep E groep B groep D groep E voor 1781 1/1 0/1 0/3 100 0 0 1781-1785 1/2 2/2 50 100 1786-1790 1/3 2/4 4/6 33 50 66 1791-1795 3/4 3/6 8/11 75 50 73 1796-1800 4/9 7/13 44 54 In de periode 1672-1760 werden de transportakten door de betrokken partijen getekend. Deze transportakten, gepasseerd voor schepenen van Bruinisse, bevatten de overdracht van onroerende goederen en schepen. Aan het gebruikmaken van deze bron voor dit onderzoek kleven een aantal bezwaren. Zo werden de akten ook door niet-inwoners van Bruinisse getekend. Voor zover mogelijk werden deze niet meegeteld. In beginsel werden de akten alleen door mannen getekend. Vrouwen tekenden de akten slechts bij uitzonde ring. Deze categorie is dus ondervertegenwoordigd. Vanzelfsprekend waren er personen, die vaak onroerend goed kochten en verkochten en die derhalve vaak voorkomen. Per jaar werden zij slechts eenmaal geteld. Maar door elk jaar te nemen zou het beeld alsnog ver stoord kunnen worden. Daarom werd gekozen voor steekproeven om de vijf jaar. Zij die hun handtekening niet konden zetten plaatsten meestal een handmerk, een bepaald teken; een kleiner deel zette een kruisje. Echter een ander deel plaatste letters. Vermoedelijk is dit laatste een indicatie dat betrokkenen wel konden lezen, maar niet schrijven. Wij hebben ook deze gerekend onder de niet-tekenaars. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 37