Molenberg, een boerderij-buitenplaats TUSSEN BURGH EN WESTENSCHOUWEN door W. P. de Vrieze, F. Beekman en H. Uil Inleiding Het boerderij-complex Molenberg heeft een opvallende ligging in het landschap van de Kop van Schouwen. Het heeft ook een opmerkelijke geschiedenis. Met behulp van de topografische, bodemkundige en geologische kaart wordt hier eerst een schets gegeven van het ontstaan van de landschappelijke omgeving waarin Molenberg ligt. Al duizenden jaren ligt ter plaatse van Molenberg de overgang van duinen naar achterliggende klei- en veengebieden. Een paar meter onder de boerderij ligt oud duinzand met erboven veen en jongere zeekleilagen. Het jonge duinzand werd na het jaar 1000 vanuit het westen hier weer overheen geblazen. Tot de Hogeweg tussen Haamstede en Westenschouwen ligt dit jonge duinzand dikker dan 2 meter op de onderliggende klei, richting polder is minder zand afgezet. De grens van de overstuiving ligt vlak achter Molenberg en komt overeen met de oude grens van de Westerenban met de polder Burgh en Westland. Deze laatste polder ligt 20 a 30 cm. boven N.A.P. en Molenberg zelf op 2,5 meter boven N.A.P. De Hogeweg ligt 4 meter boven N.A.P. en de duinen achter bunga lowpark 't Zeepe reiken al tot 20 meter. Voor Nederlandse begrippen is dit een behoorlijke helling over een korte afstand, die ook nog goed in het landschap zichtbaar is. Hoogwater komt in Burghsluis gemiddeld 1,4 meter boven N.A.P. Het is duidelijk dat Molenberg een goede plaats was om een boerderij te bouwen: stevig op zand en veilig bij overstromingen. In 1953 kwam het overstromingswa ter tot 100 meter voor de boerderij Door deze hoge ligging behoefden de eige naars van gronden in de Westerenban niet mee te betalen aan dijklasten. In deze omgeving waar het land afhelt en de grondsoort geleidelijk verandert, moest ook wel de plantengroei variatie vertonen. Vanuit de duinen liep een con stante grondwaterstroming die ter weerszijde van de Hogeweg zorgde voor een vochtige situatie waar zich moerasbos ontwikkelde. Richting Oosterschelde lagen de kalere schorren doorsneden met kreekjes die in de 12e eeuw bedijkt werden en voor de landbouw ingericht (verkaveling, wegen, boerderijen) Bij Burgh op 1 km. van Molenberg sloot de Meeldijk aan op de Karolingische burcht die al in de 9de eeuw aangelegd was aan de rand van de duinen. Burgh en omgeving vormden een afzonderlijke administratieve eenheid, terwijl de strook tussen Burgh en Westenschouwen (waaronder Molenberg) weer bij Haamstede behoorde. De beboste rand van de duinen werd dus bij het hele duingebied van de Westerenban gerekend, dat vanaf de 14de eeuw bestuurd werd door de Heer van Haamstede. Op de grens van de Westerenban zien we op de kaart van Hattinga uit 1752 het Molenberg-complex liggen. Het lijkt erop dat de toegangsweg (met bomen er langs?) uit de polder vanaf de Dingenusweg kwam (op de veldnamenkaart nog baene geheten). Dit deel van het bezit lag in de heerlijkheid Burgh. De uitbaning naar de Hogeweg ligt terzijde van het bezit en was reeds in de 17de eeuw aanwezig. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 41