Westerenban blijkt dat Stoffel vermoedelijk in l6ll is overleden. Zijn weduwe
Neelken Jacobs bleef achter met drie kinderen: Jan, ongeveer 8 jaar; Jacob, onge
veer 5 jaar en Loonken, ongeveer 2 jaar. Tegenover de schepenen van de
Westerenban beloofde de weduwe dat zij haar kinderen tot en met hun 16de jaar
zou onderhouden en hen naar school zou sturen om te leren lezen en schrijven.
Van de zijde van haar echtgenoot was Cornelis Adriaen Jan Domisse, een neef
van de kinderen, voogd over de drie wezen.
Kolonel Schotte
Omstreeks het midden van de 17de eeuw kwam de boerderij in het bezit van Jan
Jorisz. van Huijssen. Hij verbouwde onder meer meekrap, uit de wortel van deze
plant werd een rode verfstof bereid. Voorts had hij onder meer paarden en scha
pen. Toen hij in 1662 of 1663 overleed bleef zijn weduwe, Thoontje7'Liers, achter
met twee dochters. Zij deed de boerderij van de hand.
Koper werd Simon Schotte, kolonel en commandant van Philippine in Staats-
Vlaanderen. Het complex bestond ten tijde van de verkoop in 1663 uit een huis,
schuur, wagenhuis en "zomerkeuken". Dit laatste was een zogenaamde bakkeet
waar het gezin 's zomers verbleef. Bij de boerderij behoorde 7 gemeten 240 roe
den grond (circa 3V2 ha.). Van Huijssen had in 1662 een aangrenzend perceel,
groot 1 gemet 85 roeden, kunnen aankopen. Dit laatste was eigendom geweest
van het klooster Leliëndale. Ook dit perceel kwam in het bezit van kolonel
Schotte. In 1670 kreeg Schotte nog een tweede boerderij in de Westerenban in
zijn bezit, die toebehoord had aan zijn schoonvader mr. Cornelis Rollandt. Joris
van Huijssen, een broer van Jan van Huijssen, werd hierop pachter. Na zijn over
lijden deden de weduwe en erfgenamen in 1678 afstand van de boedel wegens
de grote schuldenlast.
Enig erfgenaam van kolonel Schotte werd Johan Thomas Butler, commissaris van
de monstering in Middelburg. Namens de nagelaten wees, de minderjarige
Cornelia Butler, werd de boerderij in 1697 overgedragen aan mr. Jan de Huybert,
heer van Westenschouwen. Schotte had in 1663 3400 gulden voor de boerderij
betaald. De Huybert betaalde er slechts 2500 gulden voor. Bij de verkoop in 1697
wordt voor het eerst de naam van de boerderij vermeld: Meulenberg. De eigena
ren hielden de boerderij met de omliggende grond in achterleen van de baander
heer van Haamstede.
De boerderij als buitenplaats
Vanaf de 17de eeuw gingen steeds meer Zierikzeese patriciërs ertoe over om een
boerderij aan te kopen en daarvan een deel in te richten of te verbouwen om als
buitenplaats dienst te doen. Daar zochten ze ontspanning van het drukke stadsle
ven. Echter, vooral in de 18de eeuw vonden velen de combinatie van een boerde
rij met een buitenplaats weinig aantrekkelijk. Stelden de ouders zich nog tevreden
met enkele geriefelijk ingerichte kamers in een hofstede, het nageslacht wilde
meer comfort. Zij lieten fraaie buitenplaatsen bouwen. Voorbeelden van zulke
buitens zijn te vinden in Schuddebeurs. Maar niet alleen daar lieten de regenten
hun "recreatiewoningen" bouwen. Voorbeelden van buitenplaatsen al of niet in
combinatie met een boerderij zijn De Helle bij Noordwelle, Grol bij Renesse en
Oostburg bij Burgh. De duinen vormden een aantrekkelijk jachtgebied. Ook daar
om was een eigen boerderij annex buitenplaats een aantrekkelijk bezit.
42