Toen kolonel Schotte de boerderij in eigendom had was deze reeds als buiten plaats in gebruik. Op de kaart van Daniël Verburcht uit het midden van de 17de eeuw staat ze als buitenplaats aangeduid. Ook op de kaart van Schouwen- Duiveland door Hattinga uit 1752 is de buitenplaats aangegeven en uit de situatie schets wordt een indruk gekregen hoe deze er uit moet hebben gezien. Familie De Huybert Aan het eind van de 17de eeuw kwam Molenberg in het bezit van de familie De Huybert. Mr. Jan Adriaanszoon de Huybert werd in 1697 eigenaar. Hij werd in 1654 in Zierikzee geboren als telg van een oud Schouws geslacht. De stamvader, Cornells Janszoon alias Neele Jans, was afkomstig uit Westenschouwen en kapi tein van een schip. Hij werd in 1476 poorter van Zierikzee. Zijn kinderen noem den zich Hubert of De Hu(y)bert, waarschijnlijk naar de naam van een schip. De familie kwam in de 15de eeuw in groot aanzien. Een zoon van Cornelis, Jacob Corneliszoon de Huybert, viel de eer te beurt om als gezagvoerder van zijn schip de "Juliaan" mee te varen in de vloot, die landsheer Filips de Schone en diens echtgenote Johanna van Aragon naar Spanje bracht. Tijdens een hevige storm voor de kust van Engeland zou Filips de Schone hebben uitgeroepen: Waeckt Huybert, hetgeen de wapenspreuk van de familie werd. Een broer van Jacob, Jan Corneliszoon de Huybert, voer op een schip, dat eveneens "Juliaan" heette, mee in de vloot, die de latere keizer Karei vanuit Vlissingen naar Spanje bracht. Leden van de familie De Huybert vervulden belangrijke functies in het Zierikzeese stadsbestuur. De meest bekende werd mr. Pieter de Huybert (1622-1697), die raadspensionaris van Zeeland werd en later lid van de Raad van State. Het ivapen van de familie De Huybert: drie gekroonde haringen van zilver op een blauw veld. Uit een andere tak van de familie stamde mr. Adriaan Janszoon de Huybert, die in 1650 raad van Zierikzee werd. Vier jaar later werd hij stadssecretaris en vervulde in 1654 het burgemeesterschap. In 1662 werd hij namens Zierikzee lid van Gecommitteerde Raden, het dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland. Uit zijn tweede huwelijk werd onder meer Jan geboren. Deze laatste werd na zijn studie in Leiden pensionaris van Tholen. Deze stad vertegenwoordigde hij vanaf 1705 in de Staten van Zeeland. In 1681 trad mr. Jan de Huybert in het huwelijk met de tien jaar jongere Cecilia de Witte. Zij was een dochter van mr. Jacob de Witte, die onder meer raad van Zierikzee en opperdijkgraaf van Schouwen was. In 1659 werd hij rentmeester-generaal van Zeeland beoosten Schelde. Hij was ambachts heer van Haamstede, Koudekerke en Westenschouwen. Toen zijn weduwe in 1691 overleed bleek dat zij geen testament had laten opmaken. Met behulp van drie scheidsrechters werd de boedel verdeeld onder de drie dochters. Jan de Huybert kreeg vanwege zijn huwelijk met Cecilia de Witte de heerlijkheid Westenschouwen, de delen in de heerlijkheden Burgh en Clauskinderen en een vierde deel in de molen van Burgh. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 45