nes werden door de boeren aangeschaft. De veestapel van Nicolaas de Kater bestond in 1873 overigens uit drie paarden, zeven melkkoeien en vaarzen, zes kalveren, drie varkens en veertig hoenders. Verder had hij twee hectaren suikerbieten, de grootste oppervlakte per Haamsteedse boer gerekend. In 1884 betrok het landbouwersgezin Adriaan Batenburg-Brandenburg de hofste de Molenberg. Er zijn dan drie dochters en twee zoons. Hun vierde dochter werd in 1886 op Molenberg geboren, de latere E. J. C. Mulock Houwer-Batenburg. Het gezin kwam op 10 mei 1884 uit Zierikzee, daarvoor uit Terneuzen, waar ook de Adriaan Batenburg (1843-1914) met zijn jachthonden in de tilbury op zijn boerderij "De Hooge Blok" in Ellemeet, c. 1908. Batenburg woonde van 1884 tot 1888 op Molenberg (coll. W.P. de Vrieze, Haamstede). vijf kinderen zijn geboren. Adriaan Batenburg was op 1 juli 1843 in Ellemeet geboren. De nieuwe eigenaar van Molenberg was de zwager van De Kater. Tot het vertrek van de familie De Kater naar Zuid-Afrika in september 1884, woonden beide families samen op Molenberg. De nieuwe boer Adriaan bleef echter niet lang werkzaam op de hofstede. Midden november 1888 vertrok hij met zijn gezin naar Noordwelle waar de Batenburgs aan de Kuyerdamseweg de hoeve 'De Hooge Blok' gingen bewonen. Familie Blom Vijf dagen na het vertrek van de familie Batenburg, betrokken op 20 november 1888, Cornelis (Cees) Blom en zijn echtgenote Willempje Waling Geelhoed de 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 50