Herinneringen van Mr. G.J. C. Schneither
aan zijn verblijf te zlerikzee
september 1812 - september 1814
door j. G. Smit en M. j. C. Swüste
Inleiding
Op 14 oktober 1868, "op den laten avond van mijn leven", begon Mr. Gérard Jean
Chrétien Schneither zijn mémoires te schrijven. Hij was toen 73 jaar oud en had,
zoals hij dat zelf schrijft, een lang "en in vele opzichten vreemd afgewisselden
levensloop" achter de rug. De herinneringen waren bedoeld als een aandenken
voor zijn kinderen, vooral voor zijn enige toen nog levende zoon, "die uit mijn
lotgevallen wellicht waarschuwingen en aanwijzingen zal kunnen putten voor het
geen hij in soortgelijke omstandigheden zal hebben na te laten of na te volgen".
Gérard Jean Chrétien werd op 19 februari 1795 te Leiden geboren als oudste zoon
uit het huwelijk van Jean Jacques Schneither en Agatha Maria Colenbrander1. Zijn
vader, van Zwitserse afkomst, staat bekend als "taalmeester", leraar in de Franse
en Duitse taal, eerst te Grave en vanaf 1782 te Leiden. Daar begon Jean Jacques
een zogenaamde "Franse" kostschool, leidde kwekelingen op voor het onderwijs
en ontwierp een methode voor het leren lezen. Zijn onderwijsmethodes genoten
enig aanzien en vonden in de eerste helft van de negentiende eeuw navolging.
Na zijn dood, in 1806, zette zijn weduwe de school voort, tot deze bij de Leidse
kruitramp in 1807 zwaar werd beschadigd.
Jean Jacques Schneither was eerst gehuwd geweest met Anne Cathérine Wüst, uit
welk huwelijk negen kinderen werden geboren. Van de vier zoons, die een
militair beroep kozen, overleden er drie jong. Alleen Jean Jacques Adolf
Schneither, deelnemer aan Napoleons veldtocht naar Moskou, ridder in het
Legioen van Eer en onder koning Willem I kolonel der cavalerie, bereikte de leef
tijd der sterken. Uit Jean Jacques' tweede huwelijk met Agatha Maria
Colenbrander werden een (jong-overleden) dochter geboren en vijf zoons, die
allen huwden. Drie van hen studeerden letteren en werden rector van stedelijke
gymnasia, onder wie Mr. Jules Auguste Schneither, rector achtereenvolgens te
Wageningen (1829), Zierikzee (1835) en Groningen (1841). Eén zoon verdronk als
adelborst in Indië in 1819- De oudste ten slotte, de schrijver van de mémoires,
had van alle kinderen de meest afwisselende levensloop.
De auteur; levensloop
Als compensatie voor het verlies van haar school kreeg de weduwe Schneither
van koning Lodewijk Napoleon een jaarlijkse uitkering toegekend, die zij aan
nieuwe huisvesting en aan de opleiding van haar kinderen ten goede liet komen.
Gérard Jean Chrétien (hierna kortweg te noemen Gérard) en zijn jongere broer
Agathon werden in 1809-1810 op kostschool gedaan bij rector Erler te Almelo;
samen schreven zij zich op 20 augustus 1810 aan de universiteit van Leiden in
voor de rechtenstudie. Door de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk
55