kennis van het Fransche recht opgedaan, - en veel vaardigheid in het Fransch schrijven, vermits alle zaken bij die rechtbank in het Fransch behandeld moesten worden, en wij dus geene anderen dan Fransche commentares, vonnissen, arres ten en correspondentiën hadden. Met den Juge d'instruction Moens9 instruerende, vertaalde ik de verhooren in criminele zaken dadelijk in het Fransch, terwijl de verhoorden natuurlijk hunne verklaringen in het Hollandsch deden, - en decla reerde dan vacaties volgens het tarief, die onder de gerechtskosten aan mij uitbe taald werden. Met den Juge rapporteur Mr. W.A. de Jonge10 werkte ik ook dikwijls, en was bij hem in eene goede praktische leerschool. - Zoo verliep het in de geschiedenis gewichtige jaar 1812 en trad ik 1813 in. - De loop der publieke gebeurtenissen, en de meer en meer met de wetten strijdige handelingen van het Gouvernement en ambtenaren deden mij, hoe jong ik nog was, reeds spoedig vooruitzien, dat aan dien staat van zaken een einde moest komen, en ik gevoelde, bijzonder door de creatie der zoogenaamde garden d'honneur11, mij in mijne rechten als burger zoodanig verkort en verongelijkt dat ik mij, van mijn kant, ook ontbonden achtte van mijn eed: "aux constitutions de l'Empire"12 die zoo flagrant ab altera parte13 gevioleerd werd. Of de redenering goed was laat ik daar, - ik constateer maar, dat ik toen 18 jaar oud, zoo dacht, - zoo gevoelde. In den loop van 1813 werden er successief allerlei politiemaatregelen genomen, die genoegzaam aanduidden hoe ongerust de Fransche autoriteiten werden. Men kan zich nu naauwelijks voorstellen dat, ten zij men particuliere correspondenties had, men te ZZee schier niets vernam van hetgeen te Middelburg, Rotterdam of Amsterdam plaats had. - Couranten waren er bijna niet, - en die er waren dorsten of mogten niets vermelden, zelfs niet van feiten, wanneer zij aan het Gouvernement ongevallig konden zijn. - En particuliere correspondentie kon ook niet meer baten, omdat reeds in het najaar van 1813 de brieven regelmatig op het postkantoor geopend en gelezen werden, alvorens besteld te worden. Een maat regel die, in effecte, veel zachter was, dan geheime opening van brieven, omdat nu ieder zich wachten kon van onvoorzichtige brieven te schrijven, als gewaar schuwd voor de gevolgen. Zoo naderde December. Reeds sedert weken was alle communicatie van Zeeland met Holland afgesloten. - Er kwamen in het geheel geen brieven meer noch cou ranten. Men wist dus niets (ik tenminste niet) van wat er in Holland reeds in November was voorgevallen, ofschoon er wel geruchten liepen van oproer! In de eerste dagen van December hoorde men spreken van Engelsche schepen die in de nabijheid zouden zijn gezien. De generaal Ducos14, een oud man, broe der van Roger Ducos15, bekend uit de Fransche revolutie, liet voor zijn hotel (de Mossel) 2 veldstukjens plaatsen met de brandende lonten er bij daar de schipperij onrustig begon te worden. Een gedeelte van het garnizoen bestond uit kustkan- noniers (Hollanders) - overigens uit een paar compagnieën Etrangers (meest Iersche officieren) en veteranen. Hoe goedgezind de kustkannoniers waren kan hieruit nagegaan worden, dat toen eenige nieuwsgierige burgers die 2 veldstuk jens wat van nabij bekeken, de daarbij op post staande kannonier hun te verstaan gaf, dat het kruid wel zoodanig natgemaakt was dat die nooit zouden afgaan! Den 6en December gingen de autoriteiten (NB ik ook) in costuum naar de kerk om den Austerlitzdag16 te vieren (terwijl men in den Haag reeds den jaardag van 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 61