Mr. J. P. N. Ermerins (1832 -1894) (Collectie Streekarchivariaat Schou- wen-Duiveland en Sint Philipsland, Zierikzee) Synodaal Reglement voor de Diaconiën der Nederlandsche Hervormde Kerk een oplossing boden voor de bekende problemen maakt de kwestie Anthonia van Hecke duidelijk. De inhoud van artikel zes luidt als volgt: "Elke diaconie zorgt voor de armen die in het kerkelijk ressort van hare gemeente wonen. Aan de armen die elders wonen, of die zich tijdelijk in eene gemeente ophouden, wordt niet dan in den uitersten nood door de diakenen ondersteuning verleend." Anthonia van Hecke eiste alle aandacht op door een schrijven van de burgemees ter van Bruinisse, J.B.Nederveen, van 4 februari 1862, aan het College van Burgemeester en Wethouders van Zierikzee. Burgemeester Nederveen schreef: "Naar aanleiding van artikel 6 van het Synodaal Reglement voor de Diaconiën, hebben wij de eer U bij deze kennis te geven om Anthonia van Hecke te verwij zen naar het Diaconie Armbestuur ten Uwent. In de veronderstelling, dat het Diaconie Armbestuur geene de minste kennis draagt dat gemelde Anthonia zich in armoedige omstandigheden bevindt, verkeren wij in het stellig geloof, dat de Diaconie hare liefdadigheid aan genoemde persoon geenszins zal onthouden.'"6 Via een afschrift werd de Hervormde Diaconie op 7 februari op de hoogte gesteld. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Op 12 februari onderteken den Ermerins en Buyze namens de Diaconie een brief gericht aan het Burgerlijk Armbestuur met de volgende inhoud: "Anthonia van Hecke behoort als lidmaat der Hervormde Kerk en wonende binnen het kerkelijk ressort van deze gemeente tot de armen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. De toestand onzer geldmidde len gedoogt evenwel niet dat wij in de stoffelijke belangen van alle onze armen voorzien. Zoo hebben wij dan ook bij het opmaken onzer rollen bij den aanvang 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 80