overschreden. Men besluit bet werk opnieuw aan te besteden. Naar aanleiding van deze hernieuwde aanbesteding op 17 augustus deelt de voorzitter tijdens de verga dering van 24 augustus mee dat de begroting (f 250,-) opnieuw met minimaal f 41,90 zal worden overschreden. Besloten wordt naar een andere oplossing te zoeken. Tijdens de raadsvergadering van 26 oktober blijkt dat timmerman Martinus Adriaanse9 beeft aangeboden het werk voor een bedrag van f 260,- onderhands te willen aannemen en uitvoeren. Er wordt vastgesteld dat Adriaanse als solide en bekwaam bekend staat. Opnieuw besluit men een openbare aanbesteding te hou den. Het werk zal dan aan Adriaanse worden gegund. Na raadpleging van de cir culaire van het ministerie van Binnenlandse zaken, gepubliceerd in het Provinciaal Blad voor Zeeland no. 35 van 1881 om te zien of deze handelswijze is toegestaan, wordt het besluit ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Zeeland voorgelegd. In een brief gedateerd 30 oktober 1891 geven Gedeputeerde Staten toestemming, waarna op 11 november ivordt besloten tot aanbesteding over te gaan. Dat Adriaanse het werk graag wilde uitvoeren blijkt op 2 december. Hij had zijn inschrijving verlaagd tot f 245,-. Het werk wordt behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan Adriaanse gegund. Nadat op 27 december de goedkeu ring is ontvangen kan met het werk worden begonnen. Nog voor de jaarwisseling wordt de wand geplaatst. In het verslag van de gemeente Zierikzee over 1891 komen we het schot opnieuw tegen. Bij het verslag van de toestand van het lager onderwijs wordt het volgende vermeld: "School B. Het houten schot is eerst in de kerstvakantie geplaatst en is in strijd met het advies anders ingericht. Aan de eene zijde van het schot heerst eene draaglijke temperatuur, aan de andere zijde wordt door de ki7ideren veel koude geleden. Noten 1. Wienkel: Werkplaats voor ambachtslieden (timmerman, schilder, wagenmaker, scheerder (kapper)). 2. oe al die baezen an gongen: tekeergingen. 3. hoagen hoafdelijke omslag: Gedwongen door de grote tekorten, onder andere veroorzaakt door de hoge kosten voor de oeververdediging aan het Westhavenhoofd, de gedeeltelijke vernieuwing van het Sas, het onderhoud en de uitbreiding van straatverlichting en de hoge verplegingskosten ten behoeve van behoeftigen, besloot de gemeenteraad van Zierikzee in zijn vergadering van 20 oktober 1891 Gedeputeerde Staten van Zeeland te verzoeken de hoofdelijke omslag te mogen verhogen. De raad deed bij het verzoek de belofte dat de hoogte van de hoofdelijke omslag niet hoger zou zijn dan 3 procent van het belastbaar inkomen. De inkomsten van de gemeente bestonden in 1889 uit de volgende posten: Opcenten grondbelasting 4381,57 Opcenten personele belasting - 10.678,60 Hoofdelijke omslag - 21.738,83 Hondenbelasting - 510,50 Belasting toneelvoorstellingen - 154,50 Opbrengsten Rijksbelastingen op het personeel - 16794,93 Renten, lonen enz. mitsgaders schoolgelden - 9381,47 Vergunningsrecht, bedoeld in art. 6 der drankwet - 1551.25 Totaal inkomsten gemeente 65281,65 4. ik hou zeven weken voor pinksteren: ik ga weg, ik laat het afweten. 5. kaoije: kade, bedoeld wordt de Nieuwe Haven. 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1992 | | pagina 91