bleem van de verhouding dialect-standaardtaal.
Op het gevaar af de evenwichtigheid van dit opstel geweld aan te doen, ruim ik
hier extra plaats in voor de Potloodschetseneen boek dat overigens best eens
herdrukt mag worden.
Meertaligheid in 1870
Potloodschetsen uit het "Land van Zierikzee" verscheen in 1870 te Dordrecht bij
J.P. Revers. Het is de zelfstandige uitgave van een bijdrage in het tijdschrift
Europa (1870). De auteur is W.N. Wolterink (Nieuw-Leuzen 7 oktober 1833-
Westervoort 19 november 1904), die van I860 tot 1874 predikant te Sirjansiand
was. In zijn Potloodschetsen speelt de taal als communicatiemiddel een belangrij
ke rol en zijn Oostnederlandse herkomst stelt hem in de gelegenheid een situatie
te scheppen waarin met elkaar in aanraking komen en soms botsen: Nederlandse
standaardtaal, Zeeuws (Zierikzees) en Gelders dialect. Het dialect wordt gebruikt
om een komisch effect te bereiken, maar ook om de werkelijkheid uit te beel
den. Soms zijn de waarnemingen van ds. Wolterink buitengewoon fijnzinnig, dat
is bijvoorbeeld het geval als een niet dialectsprekende majoor na een gesprek
met de knecht van de dominee opmerkt: "Ik kon hem ondertusschen goed
verstaan" en van de dominee te horen krijgt dat dat betekent dat zijn knecht dan
"niet goed vertrouwelijk" geweest is en geprobeerd heeft zo goed mogelijk
Nederlands te spreken, (blz. 54)
126