nummer 6). Later wordt deze brouwerij vermeld onder de benaming 'de Haen'. Twee jaar na Van der Welle, Boenaert en Catte verzochten ook Huybregt en Willem Aertsse om zich als brouwer in Zierikzee te mogen vestigen en weer twee jaar later, in 1625, verzocht ook Jan Willemse de Rijke om een brouwerij in te mogen richten. De Rijke kreeg deze toestemming waarschijnlijk ook, maar heeft zijn octrooi, overgegeven aan een familielid, want een jaar later werd Willem Duyn door het stadsbestuur toegestaan de nog resterende jaren van het octrooi van Cornelis cle Rijke vol te maken. Wanneer we afgaan op de drie gevelstenen bouwde de al meerdere keren ter sprake gekomen Cornelis Jan Eijnoutse aan cle zuidzijde van de Oude Haven in '1639 een nieuw huis met brouwerij. Het nu nog bestaande pand' Havenpark 14 herinnert ons namelijk via drie gevelstenen aan het feit dat op deze plaats eens een bierbrouwerij heeft gestaan, die de naam 'de Eenhoorn' droeg. Op de twee buitenste stenen staat "anno" en "1639" ge schreven. De middelste gevelsteen is gesierd met een eenhoorn, met daaronder de tekst "de Brouwery lndë Eenhorë". In de tuin achter dit pand ligt nog steeds een grote gewelfvormige regenbak ingegraven, Eynoutse stierf in 1653 en het gebouw werd in dit jaar verkocht. Zijn zoon. Thomas van der Schatte, zette het brouwersbeclrijf voort in de in 1656 gestichte brouwerij 'het Hert' in de Nieuwe Bogerdstraat, op de plaats waar nu een par keerterrein is gelegen. Ook deze brouwerij werd door een gevelsteen gesierd. Deze is bewaard gebleven en later ingemetseld in een. van de flats in de Plevierstraat in Zierikzee. We zien hierop een springend hert met daaronder het jaartal 1656 en de tekst "IN TEIERT". In de bronnen komt deze brouwerij ook wel voor onder de naam 'het Witte Hert. Thomas van der Schatte was niet de enige nazaat van Eijnoutse die het brouwersvak uitoefende. Ook zijn zus 'zat' in het bier. Zij was eigenaresse van brouwerij 'de Haen' op cle Appelmarkt.5 De gevelsteen van brou werij "het Hert"

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 12