Voor een van deze verplichtingen, de accijns op de door hem te brouwen bieren, vroeg hij in december 1840 krediet aan "onder verpligting van behoorlijke borg stelling ten genoege van den Heer ontvanger". Het stadsbestuur verleent Verhaaren doorlopend krediet, nadat deze op 23 december de borg betaald heeft. Maar ondanks het verleende krediet en het feit dat Verhaaren nog in december 1840 verklaarde, zijn bedrijf "zo veel mogelijk wenscht voort te zetten en uit te breiden", werd de brouwerij met toebehoren, na nauwelijks een jaar in bedrijf te zijn geweest op 16 maart 1842 in het openbaar verkocht. De nieuwe eigenaar, Pieter de Weerd, brak de brouwerij af, zodat op het perceel alleen een woonhuis en erf overbleven. Aldus restte er nog slechts één brouwerij in Zierikzee; 'de Haan' op de Appelmarkt. Maar ook deze viel weldra ten prooi aan de slopershamer. Op 21 maart 1848 diende de eigenaar, Theoclor Geradts, een verzoek in bij het stadsbe stuur "om hem Rekestrante toebehoorende locaal, vroeger geclient hebbende voor brouwerij" te mogen slopen. De reden voor de sloop was, dat Geradts zich zelf "buiten de gelegentheid veronderstelt, hetzelve als fabriek te kunnen ver- koopen en de lasten in dezen hem Rekestrant te zwaar vallen". De stadsarchitect, die in deze aangelegenheid om advies werd gevraagd, adviseerde in een rapport positief op het verzoek van Geradts. Hij verbond aan de sloop echter wel enkele voorwaarden: de belendende gebouwen mochten er geen enkele schade van ondervinden en alle muren waarop of waartegen gebouwd was moesten geheel blijven staan; en aan de straatzijde moest een muur van minsten drie ellen hoog, aan de binnenzijde voorzien van voldoende steunberen, blijven staan. Het colle- De middelste gevelsteen van brouwerij "de Henhoorn tegenwoordig Havenpark 14 en 16 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 15