De bierproef
'meesters of bierproevers genaamd. Een bekende legende luidde dat de bierproe
ver de sterkte van het bier testte door er wat vanover een bank te gieten en er
dan op te gaan zitten. Na een vooraf bepaald tijdsinterval stond hij op; wanneer
zijn leren broek aan de bank bleef plakken was het bier van de juiste kwaliteit.
Vanaf het moment dat men voor het bewaren van bier vaten of tonnen ging
gebruiken was hier iets mee aan de hand. In het begin was de kwaliteit van de
tonnen slecht, waardoor het toch al snel aangetaste bier bedierf. Toen dit einde
lijk verholpen was, trad er een nieuw euvel op. De tonnen werden niet terug
gebracht door de burgers. Ze waren dit wel verplicht, omdat ze alleen het bier
betaalden en niet de tonnen waar het in zat. Ze gebruikten de tonnen voor ande
re doeleinden, zoals bijvoorbeeld het bewaren van boter, melk en water. Het
stadsbestuur van Zierikzee heeft diverse keren geprobeerd om het misbruik van
de biertonnen tegen te gaan, maar steeds was dit zonder succes. Nog in
1772 wordt het de overman, die belast was met openbare verkopingen, verboden
om "brouwersvaatwerk op eenige verkopinge te verkoopen", waaruit blijkt dat er
ook aan het einde van de achttiende eeuw nog steeds burgers waren, die de
biertonnen niet inleverden, maar voor eigen gebruik achterhielden. Behalve dat
de overheid er op toe zag dat de burgers de biertonnen terugbrachten bij de
brouwers, lette ze er ook op dat de tonnen dc juiste maat hadden. Reeds in het
Keurboek van 1429 wordt vermeld, clal "Soe wie wijn of bier tappen binnen der
vryheit van Zirrixee, die sullen hoer maten doen vergyren Oijken) by cler stede
yker, encle dat niement bier noch wijn en meten dan met vergyerden maten". Het
ijken van cle biertonnen zou ook in later jaren steeds een verplichting blijven.
Een geheel andere zaak waar cle stedelijke (en gewestelijke) bestuurders streng
toezicht op hielden was cle verplichting van de brouwers om impost te betalen
over elk vat bier dat ze brouwden. De brouwers betaalden deze impost aanvan
kelijk via het gruitrecht. Nadat graaf Willem III in 1321 het brouwen van hopbier
16