begin van cle achttiende eeuw werd het gebruik ervan algemeen. Door een lang zamer dalende prijs sloeg koffie echter minder snel aan dan thee. De ontdekking in '1775, dat uit cichoreiwortel een produkt bereid kon worden dat geschikt was om koffie te vervangen was dan ook van groot belang. In 1779 opende de eerste cichoreifabriek in Nederland haar deuren. Maar pas in de negentiende eeuw, met name onder de invloed van het Continentaal Stelsel, kreeg de cichorei grote bete kenis. Ook chocolade heeft een rol gespeeld in het afnemend bierverbruik in Nederland. Op het eind van de zeventiende eeuw was er in nederland, sprake van chocoladebewerking, zij het van een zeer primitief karakter. Maar ondanks dit was de zogenaamde tabletchocolade lange tijd beroemd. Vooral de uit Zeeland afkomstige chocolade genoot een bijzondere reputatie wat betreft zui verheid. Over de consumptie van koffie, thee en chocolade in Zierikzee valt op dit moment (nog) weinigs concreets te zeggen. Uit de "Acquitten en bijlagen, behoorende bij de rekeningen van den ontvanger van het Koffie-, thee- en cho- coladegeld over Zierikzee en ressort" 12 valt op te maken dat er in de tweede helft van de achttiende eeuw inderdaad sprake was van de consumptie van koffie en thee in Zierikzee. Aangezien deze bron maar vier jaar beslaat (1757-1761) vallen er uit de cijfers geen verdere conclusies te trekken. Uil de boedelinventarissen uit de tweede helft van de achttiende eeuw blijkt ook dat er in Zierikzee koffie, thee en chocolade gedronken werd. In de boedelbeschrijving van de ons bekende Albertus van der Schatte is een aanzienlijke hoeveelheid theeservies opgenomen. Bovendien blijkt uit die van andere Zierikzeeënaars dat het drinken van thee op het eind van de achttiende eeuw vrij algemeen was en dat er op dat moment niet zoveel koffie werd gedronken. Voor een definitief oordeel moeten de boedelbe schrijvingen echter aan een uitgebreider onderzoek onderworpen worden dan door mij in het kader van deze studie is gedaan. En dan nog is het maar de vraag of zij uitsluitsel zullen geven. De consumptie van wijn kan alleen in het tweede en derde decennium van de zeventiende eeuw van invloed zijn geweest op de daling van het bierverbruik. De stedelijke "Rekeningen van ontvangsten en uitgaven" tonen onder de para graaf "Ontfangen van soo wegens den accijs van de Spaanse, Franse en Rinsche wijnen" voor Zierikzee aan, dat in deze periode de ontvangsten van de wijnimpost toenamen Na 1700 dalen de inkomsten van de wijnimpost zeer sterk en in 1712 wordt er nog slechts een derde aan wijnimpost ontvangen in vergelijking met 1681. Alleen tussen 1712 en 1731 is er sprake van een stijging van de ontvangen impost, maar daarna gaat het bergafwaarts. Tussen 1748 en 1756 is er weliswaar sprake van een stijging van de ontvangsten aan wijnimpost. Maar deze heeft waarschijnlijk meer te maken met een opleving van de handel in het midden van de achttiende eeuw dan met een toenemend wijnverbruik. De koopvaarders haalden namelijk in deze periode 's winters, naast brandewijn en stroop ook wijn uit Frankrijk. Van een hevige concurrentie van wijn ten opzichte van het bier kunnen we dan ook niet spreken. Ook de verslechterende economische situatie kan een rol hebben gespeeld in de teloorgang van de bierbrouwerijnijverheid. Als centrum van landbouw en visserij beleefde Zierikzee in de zeventiende eeuw nog goede jaren. Maar hel hoogte punt was duidelijk voorbij. In de achttiende eeuw verliest de stad op economisch terrein nog meer. ïn 1740 telt de vissersvloot slechts vijftig en tien jaar later zelfs 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1993 | | pagina 21